404 gros in een hevig vuur liep, was zijne eigene schuldhet was te veel gesloten gebleven. Deze tout begingen de Duitschers in 1870 maar al te dikwerf. Er mogen in een dorp geene gesloten colonnes bin nenrukken, vóór dat men zeker weet, dat het geheel gezuiverd is. De vechtende linie moet gevolgd worden door kleine gesloten afdee- lingen, de compagniesreserven, die voor dat zuiveren zorg dragen. En retours-offensifs des vijands gaat' men te keer met afdeelingen, die men buiten het dorp om in gevecht brengt. Resumeerende, komen wij, wat den vorm betreft, tot het volgende besluitDe soutienlinie van een offensief optredenden troep stelt zich op in kleine atdeelingen, die in gesloten of geopende linie, in kleine colonnes of uit de flank, en als het vijandelijk vuur zeer hevig of het terrein geheel open is, op één gelid arm aan arm kunnen geplaatst worden. Zij maken gebruik van de dekkende voorwerpen, die het terrein oplevert. De plaats der soutiens wordt in het reglement niet bepaald. Let men op het doel, door ons onder punt 4 genoemd de bescherming der vleugels van de tirailleurlinie dan wordt het duidelijkdat de soutiens zich bij voorkeur achter die vleugels moeten ophouden. Eene tirailleurlinie bezit in zichzelf sterkte genoeg om een aanval des vijands in front af te slaan j hare zwakke deelen zijn de vleugels. Daarom stellen sommige schrijvers dan ook voor, de soutiens uit sluitend achter die vleugels op te stellen. Houdt men de soutiens in groote afdeelingen bijeen (compagnieënpelotons.) dan verdient die plaats ook ten volle de voorkeur. Wij verkiezen echter met andere schrijvers, en met het oog op de indeeling der compagnie in 4 sectiën, de verdeeling der soutiens in groepen, omdat daardoor die eenheden der compagnie meer zelfstandig blijven, en door de op neming van de soutiens in de tirailleurlinie het dooreenraken van troepen tot die eenheden kan beperkt worden. Wij stellen die sou- tiengroepen uitwaarts achter de vleugels en tegenover de intervallen In fig. II is liet soutien der le sectie in geopende linie, dat der 2e sectie op één gelid, arm aan arm, en dat der 3e sectie gesloten in linie geformeerd. Er is veron dersteld, dat de rechter- en middelsoutiengroep geene dekking vinden en dus gaan lig gen; de linkersoutiengroep daarentegen vindt volkomen dekking".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 407