408
Voor de bewegingen der soutiens stellen wij dus als regel voor
De soutiens regelen zich in bedekt terreiu naar de bewegingen der
afdeelingen in de tirailieurlinie, waartoe zij behooren, en zorgen voor
het bewaren van den afstand. Gaat de tirailleurlinie sprongsgewijze
vooruit, dan volgen de soutiens op dezelfde wijze, doch begeven
zich eerder voorwaarts, dan nadat de tirailleurlinie in hare nieuwe
stelling halt gehouden en het vuur heropend heeft. Bij het sprongs
gewijze avanceeren in geheel open terrein, mogen de soutiens zich
als zwerm oplossen, maar moeten, na halt gehouden te hebben,
weer eene reglementaire formatie aannemen. Zoodra de tirailleurli
nie den vijand zoo dicht genaderd isdat zij het snelvuur kan
openen, snellen de nog overgebleven soutiens naar de linie om
haar te versterken en den stormaanval mede voor te bereiden; de
compagniesreserve, die intussclien do vuurlinie meer genaderd is,
neemt thans de taak der soutiens over.
De laatste zinsnede van 38 is weer geheel misplaatst De om
standigheid welke daarin is aangenomennamelijk dat de compagnie
andere troepen achter zich heeftkan nooit invloed uitoefenen op de
handelingen der soutiens. Dit valt een iederdie het doel der sou
tiens begrijptdadelijk in het oog. Von Scherff zegt dan ook„Hoe
echter deze periode van den aanval (het voorbereidend vuurgevecht)
moge verloopen zijnregel blijft hetdat met het naderbij komen van
den hoofdtroep, de nog overgebleven deelen der soutiens zich dade
lijk geheel in de tiraiUeurlinie werpenOf nu die hoofdtroep dooi
de compagnie zelve of door andore troepen gegeven wordt, blijft
voor de soutiens hetzelfde.
De compagniesreserve.
Zooals wij reeds opmerkten, is in het reglement vergeteniets
omtrent de compagniesreserve te bepalen. Wel komen er eenige al
gemeenheden omtrent de reserve voor, doch daarop valt veel af .te
dingen. Zoo o. a. op bladz. 30 de laatste alinea 33). A_ls ei
intusschen tijd en gelegenheid is, kan de compagniescommandant
reeds in deze afdeeling een gedeelte den hoofdtroep en de reserve
doen voorstellen."
Over dien tijd en die gelegenheid spraken wij reeds bij 24. Wij