417 van dat fondskon worden verhoogd. Hierin was men echter verder gegaan dan de bedoeling van de directie wasen toen dan ook in 1856 werd gevraagd of er bedenkingen bestonden tot het doen overschrijven van f 41,481, tot dekking der tekorten over 1854, terwijl reeds voor 1853 26,000 was toegestaan, gaf zij te kennen, dat de gevraagde subsidie alsnog zou worden toegestaandoch dat zij in den vervolge zich bepaaldelijk zou verzetten tegen elke verdere overschrijving. Tevens maakte zij den Legerkommandant bekend met haar genomen besluit en drong zij bij Zijne Excellentie er op aan, tot het provoceeren van afdoende maatregelen in het belang van het steeds achteruitgaande V. P. fonds Toen later bleekdat door de regeering van dit protest der directie weinig nota was genomen, deelde zij den Legerkommandant mede, dat zij zich voortaan be zwaard gevoelde over het geven eener subsidie, ook die van ƒ21,000 en dat zij, met dat jaar te beginnen (1856), die som niet meer zou uitkeeren. Zoo stonden do zakentoen eene ministerieele dépêche werd ont vangen waaruit bleekdat Z. M. had bepaalddat de genomen maatregelen (eene landssubsidie van 27,000 en ecne subsidie van het ~W. W. fonds, naar gelang der behoefte) zouden blijven be stendigd totdat de fondsen tot een meer normalen toestand zouden zijn gekomen, terwijl de schuld op 1 Januari 1854 aan 's lands kas, van meer dan eene ton gouds, aan het Y. P. fonds werd geschonken. De directie van het "W. W. fonds verklaarde daaropdat zij zich van hare verantwoordelijkheid omtrent het voortduren der subsidie ontslagen achttenu daartoe de machtiging des Konings was verleend, en zij dus de verlangde overschrijvingen zou doen plaats hebben. Ten gevolge van dien werd voor de jaren 1855 en 1856 114,526 en over 1857 68,358 subsidie toegestaan. Eindelijk werd bij Kon. Besl. van 16 October 1859 het Y. P. fonds opgeheven, en, te rekenen van 1 Jan. 1860, een nieuw reglement op het toekennen van pensioenen in werking gebracht Alg. Ord. I860 3. 1860, 13.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 420