420 dat hare voorstellen, gunstig ondersteund door de Algemeene Re kenkamer, den Directeur van Financiën en de Indische Regeering, onveranderd aan het Opperbestuur waren doorgezonden, en dat de beslissing nu reikhalzend werd te gemoet gezien. Die beslissing liet op zich niet lang wachten. Bij Z. M. besluit van 16 October 1859, No 63 word geheel overeenkomstig de gedane voorstellen beschikt. Tevens werd bij dat besluit bepaald, dat gepensioneerde officieren, die op het oogenblik van hun huwelijk niet bij machte waren of zouden zijn om de voorgeschreven stortin gen in eens te volbrengen of wel de vereischte toestemming niet verzocht hadden of zouden hebbenalsnog deelgenoot zouden kun nen worden, mits, wat het verleden betrof, uiterlijk één jaar na de dagteekening van het besluit, en wat de toekomst aanginguiterlijk een jaar na de voltrekking van hun huwelijk, na daartoe gevraagde en verkregen vergunning, de bepaalde storting in eens bewerkstel ligende, met bijbetaling van 10 verhooging. De directie vond in deze laatste bepaling aanleiding, het voorstel te doen om ook weduwen en weezen van gepensioneerden, voor zooverre zij niet in de gelegenheid of bij machte waren geweest of zouden zijn, om zich de bedoelde regeling ten nutte te maken, als nog deelgenoot te doen worden, en de verschuldigde stortingenmet bijvoeging van 10 °/0, te doen aanzuiveren door de weduwen, met ïV Yan kaar pensioenen door de weezen met, Yan den onder stand. Door den Min. v. Kol. werd echter afwijzend op deze voor stellen beschiktdoch de belangen der weduwen en weezen der laatstbedoelde categorie niet uit het oog verliezendewerd de boven door ons vermelde beschikking genomen. Het dair bedoelde kapitaal werd bestempeld met den naam van Hulpfonds. De interesten werden onder de van pensioen of onderstand ver stoken weduwen en weezen van officieren, voor zoo verre bleek, dat zij daaraan behoefte hadden, pondspondsgewijze en naar evenredigheid der rangen, door wijlen de echtgenooten en ouders bekleed, verdeeld; met dien verstande evenwel, dat ieders aandeel Zie de bij Dagorder aan het leger bekend gemaakte verslagen van liet W. W' fonds over de jaren 1S55, 1856 en 1857. Alg. Ord. 1860, 3,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 423