426
worden met den ouderdom der echtgenootenNiets evenwel van
dat alles
Willekeurig werd bepaald, dat de weduwen een zeker pensioen zou
den genieten, overeenkomstig den rang hunner overleden eehtgenoo-
tenweduwen met kinderen zouden iets meer genieten, in verhouding
tot het aantal kinderen, welke vermeerdering mede even willekeurig werd
vastgesteld. Om deze uitgaven te dekken werd, weder geheel wille
keurig, bepaald, dat een zeker gedeelte van het inkomen zou worden
ingehouden niet alleen van hen, die belang hadden bij de instelling, o
neen, men nam eenvoudig het dwangmiddel te baat om te bepalen, dat alle
officieren van hunne inkomsten een zeker deel zouden bijdragen,
Hoe men toch tot die laatste onbillijkheid is gekomenis ons niet
duidelijk. Zou men wellicht bevreesd zijn geweest, dat de bijdragen
door de belanghebbenden alleen te laten leveren, te drukkend voor
dezen zouden geweest zijn? Maar indien zulks werkelijk het geval
ware geweest, dan zou in de eerste plaats het bewijs geleverd zijn
van de onbestaanbaarheid van een dergelijk fondsen ware het beter
geweest, het niet in het leven te roepen. Had de Regeermgwant
deze bemoeide zich, en volgens onze meening ten onrechtemet deze
aangelegenheidhet lot der weduwen en weezen willen verzekeren,
dan had zij dat maar uit 's lands fondsen moeten doen, maar niet,
krachtens het recht van den sterkste, daarmede eene categorie van
personen moeten belasten, die geen direct belang hadden bij het wel
zijn dier weduwen en weezen. Maar uit niets is gebleken, dat die
vrees gegrond zoude geweest zijn; de proef werd nooit genomen;ja,
zelfs in niet een der voorstellen van alle opvolgende directiën, noch in
die van de regeering is ooit sprake van het nemen van eene dergelijue
proef. Niets dan willekeur en het vasthouden aan een eenmaal aan
genomen beginsel.
En dat men als 't ware, van af den beginne de onbillijkheid voel
de, bewijst de bepaling, die blijkbaar eenigszins vergoelijkend moest wer
ken, dat de gehuwden iets meer moeten betalen.
Het hoofdbeginsel van het fonds was nu, de uitgaven door de in
komsten te dekken, m. a. w. leven bij den dag, en de noodlottige gevolgen
van dit stelsel, of liever gebrek aan een stelsel, zouden ook niet lang uit
blijven de bijdragen waren niet groot, het evenwicht zou dus spoe-