428
men bepaalde zelfs, dat men van de lraisliuurindemniteiten 20°/o zou
bijdragenen ten slotte eene korting op de pensioenen, voorloopig voor
vijf jaren van 20°/o. De laatste bepaling vond men dan ook zoo
bezwarend, dat zij in Nederland niet werd opgevolgd, lietwelk weer
aanleiding gaf, dat men haar ook in Indië buiten werking stelde, en
zoodoende de globale berekeningen, waarvan bovenstaande bepalingen
het uitvloeisel waren, eenvoudig weer omverwierphet hielp dan ook
alles niets, en het fonds bleef achteruitgaan.
Het is hier de plaats nog, van eene andere bijzonderheid melding
te maken, namelijk, de aanhoudende en dringende vertoogen der di
rectie tegen het toenemen der huwelijken van officieren. Yan hun
standpunt was niets natuurlijker dan dat. Ware het fonds op
goede grondslagen gevestigd geweest, dat is in de eerste plaats, alléén
de gehuwden te laten contribueeren, dan zou elke toeneming van het
aantal huwelijken die van dat der contribuanten ten gevolge hebben
gehad en niet anders dan ten voordeele van het fonds zijn geweest.
Dat de directie die vertoogen echter steeds baseerde op overwegingen,
ontleend aan maatschappelijke en moreele beschouwingen, was niet
alleen nutteloos, maar bovendien onnoodigvoor een ieder toch, die
de hoofdregelen der cijferkunst nog niet was vergeten, was het im
mers duidelijk, dat bij een fonds, waaruit weduwen en weezen betaald
werden, en dat grootendeels werd bijeengebracht uit de bijdragen
van ongehuwde personen, elke toeneming van het aantal huwelijken on
der die personen, ook het getal weduwen doet klimmen, en dus ten
nadeele van het fonds is. Dezelfde redeneering is op het oogenblik
nog van kracht.
Al die vertoogen hebben echter niet kunnen weerhouden, dat de bepa
lingen omtrent de huwelijken, gelukkig, allengs vrijgeviger werden en
ten slotte ook die staat van onmondigheid der officieren geheel is opge
heven, en wij vermeenen, dat elke terugkeer op den ouden weg, on
der welken vorm dan ook, en, uit een zuiver militair oogpunt, hoe
gewenscht wellicht, eene onmenschkundige daad zou zijn. Geenszins
willen wij hierdoor te kennen geven, dat wij voor de eene of andere
richting partij hebben gekozenhet ligt thans niet op onzen weg, de
voor- en nadeelen van het huwelijk voor officieren te bespreken, doch
wij wenschen er slechts op te wijzen, dat er bij het bespreken dezer