432 schen uitgaven en inkomsten te behouden, staat ons echtei' steeds voor de deur. Bij het verminderen der contributie in 1862 heeft de regeering eene bepaling gemaaktdiehoe schoonklinkend ook niet de minste voordeelen voor de contribuanten oplevert, doch al leen ten bate van het fondsm. a. w. van de regeering zelve is want zooals het fonds is ingericht, is de regeering, even als vroeger, daarvoor zedelijk verantwoordelijk en zal zij ten slotte de voor- en nadeelen er van behooren te oogsten. Deze bepaling luidt namelijk, uitgaande van de beginselen: le dat de contribu tion zoodanig moesten worden geregeld, dat er geen tekort kon ontstaan, en 2e dat het fonds niet behoorde te worden dienstbaar gemaakt aan het opleggen van aanzienlijke kapitalen, als volgt: De contributie van 6 °/0 wordt in beginsel gehandhaafd, doch het zal van de jaarlijlcsche overwinst afhankelijk zijn of zij kan worden ver minderd daartoe zal die winst echter minstens meer dan 1 °/0dus gemiddeld meer dan f 100.000 moeten bedragen, ongeacht de buiten gewone ontvangsten en baten, die daarbij niet in aanmerking komen. Is de winst dus iets minderdan komt zij niet ten voordeele der contribuanten! Is er daarentegen een verlies, hoe gering ook, dan wordt de contributie dadelijk met 1 pCt. verhoogd! Hoewel nergens bepaald voorgeschreven, is dit de interpretatie der regeering van de bovenhedoelde bepalingin het geval de balans een verlies aanwijst. Bij de wisselvalligheid in de sterfte kan dus de regelmatige gang elk jaar verstoord worden, terwijl het jaarlijks bepalen der bijdrage niet in het voordeel der contribuanten is. Maakte men toch om de 5 of 10 jaren eene balans, dan zouden de slechte jaren wellicht door de goede gedekt worden. Hot verhoogen der contributie voor 1879, het moge dan niet in strijd met de bepalingen, zelfs daarmede in over eenstemming wezen, is echter niet voldoende gemotiveerd. Maakte men toch om de 5 jaren eene balans, b. v. op het einde van 1874 en 1879, dan zouden de winsten, gemaakt in de jaren 1875 en 1876, overtroffen moeten worden door de verliezen van de drie overige jarenom aanleiding te kunnen geven tot eene verhooging Wij nemen liier het jaar 1874, omdat tengevolge der halans over dat jaar de contributiën van 3 °/0 op 2 werden teruggebracht, te beginnen inet 1876.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 435