40 kon invallen, daar hij vroeger dien rang had hekleed. Hadden nu op die plaats de kommandant der Schutterij en het hoofd van gewes telijk bestuur gevreesd, zich de hooggeplaatste vrienden van dien per soon tot vijanden te maken, dan zoude hij, indien hij de 45 jaren nog niet bereikt had, bij de eerste vacature zonder slag of stoot officier geworden zijn en het bevel gevoerd hebben over menschen, die altijd op eerlijke wijze hun brood verdienen. Daarom is het wenschelijk, dat de eer van een korps officieren aan de hoede van zijne leden worde toevertrouwd. Wenschelijk zouden we het ook achtendat bij de benoeming van een kommandant, het officierskorps werd geraadpleegd. Komt er iemand aan het hoofddoor de officieren bemind en geëerbiedigd dan kan men nagenoeg zeker zijn, dat alles goed zal gaan. Immers, de officieren zullen niet verzuimenrekening te houden met de meening der gegradueerden en schuttersen op die wijze komt liet bevel in handen van iemanddie zich meer door voorbeeld en invloed dan door straffen en gestrengheid zal weten te doen gehoorzamen. Yoorts kan men er ook staat op makendat niemand zal gekozen worden zonder voldoende militaire geschiktheid. Dikwijls toch is het gebeurd, dat tot kommandant der Schutterij personen benoemd werden, op wier goeden naam niets viel aan te merken en die allerwege geëerbiedigd, doch volmaakt ongeschikt voor het zuiver militair gedeelte van hun werkkring waren. Het mag een geluk genoemd worden, dat onder der gelijke kommandanten de Schutterijen nooit tot werkdadig optreden werden geroepen. Barst er een opstand uitdan wordt er natuurlijk een raad belegd van chefs van wapens en diensten om de middelen tot beteugeling te beramen. Ook de kommandant der Schutterij behoort daarin zitting te nemen. Is het nu met zijne persoonlijke waardigheidmet die van zijn korps overeen te brengendat hij hoegenaamd geen zaakkundig advies kan uitbrengen, onbekend is met de eischendie men aan zijn troep stellen mag en met de plaatselijke gesteldheid uit een militair oogpunt.beschouwdzoodat hij dus aan den leiband zal moeten loopen van den jongsteu tweeden luitenant van de ranglijst, wanneer het der militaire autoriteit zal goeddunken hem dien als instructeur of adviseur toe te voegen? Eene dei' oorzaken, waardoor de Schutterij zoo zeer in discussie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 43