41
gebracht wordtis ongetwijfeld het belachelijke, waaraan ze zich zoo
dikwijls blootsteltdoor gemis aan militaire houding en onbekendheid
met de eenvoudigste gebruiken en voorschriften, die door eiken onder
de wapens zijnden troep, het kan nu eenmaal niet anders, moeten
in acht genomen worden. Van hoeveel schutterij zaken kan niet
worden gezegd „le ridicule tue"? En schutterkommandanten en officie
ren houden steeds dat gezegde van Benjamin Disraëli, thans Lord
Beaconsfield voor oogen, dat takt het zesde zintuig van den mensch
uitmaakt. Zij, minder dan iemand anders, kunnen dat zintuig missen.
De tegenwoordige wijze van aanstelling der officieren is zoo ondoel
matig mogelijk en heeft alleen het nut, dat ze op de bureaux veel
onnoodig werk veroorzaakt, eene voorname zaak in den tegenwoordigen
tijd! Velen,, en ook ons, komt het praktischer voor, wanneer men
in plaats Yan bij iiet korps te Batavia, Samarang of elders, bij de
Schutterij in Nederlansch-Indië tot 2en luitenant benoemd en geplaatst
werd bij het bataillon te Batavia b. v. waar de benoemde zich bevindt.
Bij dat korps maakt hij volgens ancienueteit promotie en bij veran
dering van woonplaats gaat hij in rang en aucienneteit over bij het
korps, dat op zijne nieuwe bestemmingsplaats mocht bestaan. Is daar
geene vacature dan blijft hij ter dispositie van den kommandant, die
van zijne diensten kan gebruik maken, wanneer de omstandigheden
dat vorderen. Komt er eene plaats open, dan wordt hij bij dat nieuwe
korps in zijn rang aangesteld, of in een hoogeren rang, wanneer hij
de oudste van dien rang is en er eene hoogere plaats openvalt.
De kommandant heeft dus niets anders te doen dan aan het de
partement van Oorlog kennis te geven, dat b. v. de Luitenant X.
Batavia verlaat om zich te Soerabaja te gaan vestigen, en wordt die
officier dan door dat departement a la suite gesteld bij het bataillon
te Soerabaja, wegens „verandering van woonplaatsterwijl dan la
ter de definitieve benoeming volgt. Wij moeten nog opmerken, dat
bij de examens aan iederen candidaat eea nummer behoort te worden
gegeven volgens de door hem aan den dag gelegde geschiktheid.
Bij overplaatsing, behoudt men dat nummer, en worden zij gerang
schikt onder hetzelfde nummer van het nieuwe korps. Op die wijze
gaan hunne kansen op bevordering niet verloren. Begeeft men zich
naar eene plaats, waar geene Schutterij is, dan blijft men toch officier,