452 twaalf stuks vermeerderd, (zooals reeds aangetoond is, was dit alles, wat in deze richting verkregen was kunnen worden.) De overige aan boord ge bruikelijke ventilatiemiddelen, hoe practisch ook toegepast, varen ten eenonmale onvoldoende geoordeeld, om onder alle omstandigheden ecne or delijke benutting' van het tusschendek als zieken verblijf te verzekeren. Mechanische ventilatie was dus eene bepaalde voorwaarde, en daartoe was gekozen het in den laatsten tijd voor velerlei doeleinden benutte exhaus- ter-systeem, dat ook bij de Abijssinische expeditie was toegepast. Vier ruime ijzeren koelpijpen vau 30 c.M. middellijn waren geplaatst, 2 in het voor- en 2 in het achter-tusschendek. Zij dienden om bij wind of bij voortgaande beweging tijdens windstilte de boven de tenten opge vangen lucht in horizontale richting naar binnen te drijven; de kappen der koelpijpen waren draaibaar. Twee stoom-exlmusters (door den schrijver evenals de koelpijpen oneigenlijk „ventilatoren" genoemd) waren aangebracht, ieder bestaande uit eene verticale ijzeren buis van 40 c.M. middellijn, waaraan van onderen eene wijde zeildoekschen slang, door middel van rottan banden opengehouden en langs de zoldering afgehan gen, bevestigd was. In de ijzeren buis was de stoompijp geleid, die op 50 c.M. beneden den bovenkant van den exhauster eindigde, en daar afgesloten was met eene bijzondere soort koperen dop. Deze exhausters hadden ten doel, op de bekende wijze de lucht door slangen en buis op te zuigen en boven de tent weg te voeren. Met de doppen, waarmede de stoompijpen werden afgesloten, was het doel beoogd, den luchttrek te vermeerderen, door een groot oppervlak van stoom met de luclit in aan raking te brengen. Voor eiken exhauster was nog eene losse kap aangemaakt om do groote buis, zoo noodig, als luchtkoker te kun nen doen werken. Dat deze exhausters een ruim stoomverbruik zou den eischen, was wel voorzien, doch men achtte dit een onbeduiden- den eisch in vergelijking- van de betere ventileering der ziekenvor- blijven. Eindelijk was op het achterluik van het achtertusschendek een groote, op het tentdek uitkomende zeildoek-luchtkoker geplaatst, om de warme en bedorven lucht mede af te voeren. De uitkomsten van deze maatregelen voor de ventilatie zouden natuurlijk voor een groot deel af hankelijk zijn van het bestuur van het schip. Ten behoeve van ruime ventilatie en rustigen overtocht der zieken moet binnen oordeelkundige Deze stoomdoppen zijn eerst twee maanden nadat de ziokenschepen in do vaart waren, in de exhausters geplaatst, omdat hot eerst na veel moeite gelukte, ze volgens liet gemaakte ontwerp op een der eerste ateliers te Batavia gemaakt te krijgen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 455