42 doch de jaren die men daar doorbrengt, rekenen niet mede voor het dienstkruis, wel bij latere promotie voor de ancienneteit. Bij benoeming, bevordering en aankomst op eene plaats, waar Schut terij bestaat, en waar men vooraf kan berekenen, dat men zich b. v. langer dan een of twee maanden zal ophouden, zouden wij het ge past achten, dat officieren der Schutterij zich meldden bij de korps-, garnizoens- en afdeelingskommandanten; men moet van de diensten van een scliutterofficier kunnen gebruik maken, wanneer dat noodig mocht zijn, en het gaat niet aan, dat bij eene parade of andere ge legenheid er zich officieren op het terrein bevinden, die b. v. den garnizoenskommandant onbekend zijn. Met deze regeling zou het ook niet meer dan billijk zijn, dat officieren der Schutterij, zich te Batavia vestigende of zich daar tijdelijk ophoudende, aan Z. E. den Gfouverneur- Generaal werden gepresenteerd. Natuurlijk bestaan er geldige rede nen voor, die we zelfs, zonder ze te kennen, eerbiedigen, maar dui delijk is het ons niet, waarom bij het optreden van een nieuwen Legerkommandant, het officierskorps der Bataviasche Schutterij niet aan Z. E. wordt voorgesteld en ook niet uitgenoodigd wordt, de over gave en overname van het legerkommando, zoo min als die van het atdeelingskomnmndo bij te wonen. Be door ons voorgestelde regeling van aanvulling der vacatures heeft ongetwijfeld haar nut. De vacatures blijven nu, dank zij de tusschenkomst van de hoofden van gewestelijk bestuur en van het departement van Binnenlandsch Bestuur, veel te lang ouaangevuld. en dit is wederrechterlijk. Zie hier waarom. Een kompaguieskom- mandant verlaat het korps om de eene of andere reden. De 1° luitenant treedt als zoodanig op, de andere officieren, vooral in den tijd van het schijfschietenmoeten nu meer dienst doenmeer opkomen dan het geval zoude zijn. wanneer het aantal officieren kompleet was. De waarnemende kompagnieskommandant kan zich bovendien bij het opleggen van straffen ernstige onaangenaamheden op den hals halen. Dat hij met die hoogere functiën belast blijft gedurende het, voor de doorzending der voordracht en het afkondigen van het besluit van benoeming noodige tijdsverloop, is billijk en onvermijdelijk; bo vendien moet een officier voor den hoogeren rang geschikt zijn. Maar dat die toestand maanden voortduurt, gaat niet aan. Men heeft het 0

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 45