463 oorzaak is. Is in Indië nu goed kader te verkrijgen Ik durf hierop gerust Ja te antwoorden; doch dan mag men geene middelen onbe proefd laten om daartoe te gerakente meerdaar wij genoodzaakt zijn om in onze eigene behoeften te voorzien. Op Nederland mogen wij niet meer rekenen. Daar is het gebrek aan kader misschien nog grootertelkens immers lezen wij van de pogingendie daar worden aangewend om het getal onderofficieren en korporaals compleet te houdenhetgeen zelfs met de meeste moeite niet kan gelukken. Het is daar echter eene andere quaestie dan in Indië, want in Nederland heeft men goed kader, doch kan men het niet behouden wegens de geringe lotsverbetering der toekomst; komt hierin geene groote ver betering, dan zal het wel zoo blijven. Tot opleiding van kader hebben de meeste Europeesche legers in den laatsten tijd scholen opgericht, zoo «als in Nederland b. v. sedert geruimen tijd het Instructiebataillondat bekend staat, goed kader te leveren; jammer, dat het nu niet voldoende is voor de beide legers in het vaderland en de koloniën. Wij moeten er dus ook toe overgaan om in Indië eene dergelijke inrichting in 't leven te roepen, al ware het alleen voor het niet- Europeesche kader. De eenige school van dien aard, die wij tot dusverre hebben, is die der pupillen te Gombong. Dit korps is in 1877 met eene kompagnie vermeerderd, en kwamen van daar jaar lijks eenige jongelingen, die spoedig de chevrons konden verwerven; doch dit kan op verre na nooit voldoende zijn. Daarom werd reeds in 1871 eene Kaderscliool voor de Infanterie in het leven geroepen waarvoor eerst twee, en later drie kompagniën van liet lObataillon werden aangewezen. Do resultaten vau deze stichting van den Gene raal Kroesen waren zóó goed, dat reeds in het eerste jaar harer oprichting 43 élèves na een goed afgelegd examen tot korporaal en onderofficier bevorderd werden. Velen zullen zich nog herinneren, dat clit kader goed was, en wij merken dat nog aan enkele Inlandsche onderofficieren, die daar hunne opleiding ontvingen. Toen echter in 1873 de Atjehsche expeditie uitgerust werd, moest het 10° ba- taillon ook strijdvaardig gemaakt wordenen. werd de Kaderscliool opgeheven. Volgens mijne meening is liet verkeerd geweest, een veldbataillon

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 466