466
wordt gegeven door een der kwartiermeesters van het garnizoen.
De korpskommandanten moeten vóór het einde van het kwartaal aan
den afdeelingskommandant eenc opgave indienen van de fuseliers
die in de termen vallen om gedetacheerd te worden bij de kader-
scliool terwijl dit hij het einde van het half jaar plaats heeft voor
de onderofficieren en korporaalsdewijl hunne plaatsing alsdan
samenvalt met het begin van den nieuwen cursus. Daar het aan
tal aspiranten in den regel grooter zal zijn dan het aantal onder
officieren en korporaals, dat men bij de korpsen kan afstaan, zou
men kunnen bepalen, dat telkens van elk veldbataillon b. v. kunnen
gedetacheerd worden
1 sergeantunajoor
4 Europ. sergeanten
1 fourier
5 Europ. korporaals,
5 niet-Europ. korporaals,
en een onbepaald aantal mindere militairen. Goed gedrag staat na
tuurlijk voor allen op den voorgrond.
Wat het onderwijs aangaat, moet men vooral indachtig zijn,
het zoo weinig mogelijk machinaal te maken, hetgeen vooral bij
het tirailleeren en de velddienstoefeningen in het oog gehouden moet
worden.
Ik geloof wel, dat men zich bij zoodanige regeling spoedig in een
groot aantal goede onderofficieren en korporaals mag verheugen. Doch
ook nu, zonder Kader school, zou men ecne goede verandering kunnen
aanbrengen, en wel door eene geringe wijziging van de Algemeene
Order no. 5 van 1868. Geruim en tijd belast geweest met het onder
wijs op de Korpssclioolheb ik opgemerkt, dat in den regel het aan
tal élèves te groot is voor het aantal onderwijzersmen is genood
zaakt door het geringe aantal klassen, dat men kan vormen, om al
len van denzelfden graad te vereenigen. Nu ziet men, vooral bij de
onderofficieren, sommigen, die aan het eerst volgende examen kunnen
deelnemen, en anderen, die zelfs het vereischte voor - hun graad
missen,, in ééne klasse vereenigd, en dit maakt het zoo goed als on
mogelijk om allen behoorlijk bezig te houden, wat een tegenzin aan
de Korpsscliool bij velen ten gevolge heeft, waarbij nog komt, dat de