- 467
onderwijzers de zaak te veel als dienst opnemen en alle ambitie daar
door ter zijde stellen.
Men zoude dus, mijns inziens, veel beter doen om do Korpsscliool
iu te richten op de hieronder voorgeschreven wijze. De regeling had
bij het 18e bataillon onder den Majoor Visser plaats en was eene
proef, die uitstekend gelukt mag genoemd worden. De regeling was
ontworpen door den kapitein Heijldestijds directeur der school.
Op de Korpsscliool werden geene andere élèves geplaatst dan zij,
die zich daartoe vrijwillig aanmeldden en dus bevordering wenschten
te maken, en degenen, die door de kompagnieskommandanten wer
den opgegeven als achterlijk in de vereischten voor hun graad.
Deze opgave had driemaandelijks plaats. Eens per maand werd dooi
den directeur aan den korpskommandant een staat ingediend van
hen, die op de school zich de vereischte kundigheden hadden eigen
gemaakt, bepaald bij de Algemeeno Order no. 5 van 1868; zoo ook
van de achterlijken, die aan het voorgeschrevene voor hun graad had
den voldaan.
De opgave van de eerstgenoemde categorie mocht hoogstens be
vatten
2 Europ. sergeanten.
2 korporaals.
2 fuseliers.
2 Inl. korporaals.
2 fuseliers.
Dit kader rukte des morgens met de kompagniën uit en vervulde
dan de function van sectiekommandant en guide, terwijl zij des avonds,
onder toezicht van den luitenant-adjudant, exerceerden voor een daar
toe aangewezen onderofficier, die practisch en theoretisch goed ont
wikkeld was en daarvoor, even als de élèves, vrij van wachtdienst
was. Eiken dag hadden de leerlingen ook voor denzelfden onder
officier theoretisch onderwijs. Hadden zij dezen cursus doorloopen,
die gewoonlijk op eene maand kon gesteld worden, en werden zij
door den luitenant-adjudant geschikt geacht, dan werd daarvan ken
nis gegeven aan den korpskommandant, die daarna eene commissie
benoemde, bestaande uit de kompagnieskommandanten en den lui
tenant-adjudant, ten einde de practische ervaring van de élèves na te