469 meer opwekken. Hierdoor zou men de benoeming van dienstdoende officieren kunnen doen vervallen; want ieder zal het met mij eens zijn, dat zij in eene ongelukkige positie verkeeren, zoo als trouwens reeds in den loopenden jaargang van dit tijdschrift op eene overtui gende wijze werd aangetoond. De kompagnies-adjudanten-onderoffi- cier (zoo als deze door mij zullen worden genoemd) zou men bij de kompagnie moeten logeeren, hun, zoo mogelijk, twee kamérs moeten geven en ze ondergeschikt maken aan de bataillons-adjudanten-on- dorofficier, waarvoor dan steeds do oudste adjudanten-onderofficier zou den moeten genomen worden. De kompagnies-adjudant-onderofficier zou belast moeten worden met de politie bij de kompagnie, waardoor men den sergeant-majoor daarvan zoude kunnen ontheffen, die zich dan uitsluitend met de administratie bezig houdt. Die adjudanten-onder officier zouden verder het kader practisch en theoretisch moeten oefenen onder toezicht van de officieren der kompagnie. Ten slotte zoude men voortaan do benoeming van adjudanten-onderofficier aan den korps-, hoogstens aan den gowestelijk-militairen kommandant moeten overlaten. Bij het scheppen der betrekking van kompagnies-adjudant-onder- officier is het een groot voordeel, dat op die wijze de ideëen van den kompagnies-kommandant gemakkelijker op de kompagnie over gaan, en men niet telkens van het kader behoeft te hooren, dat het dit of dat van den luitenant-adjudant op eene andere wijze geleerd lieeft. Daarbij komt, dat de kompcujnieskommandant volgens de reglementen verantwoordelijk is voor de geoefendheid- van zijne kom pagnie. Laat hem dan ook van zijne kompagnie geheel en al de chef zijn en geen andere in zijne attributen komen. Het behoeft zeer zeker niet te worden gezegd, dat de benoeming tot kompagnies-adjudant-onderofficier slechts weggelegd moet zijn voor uitstekende onderofficieren; en wenschelijk zoude het wezen, hun de verplichting op te leggen, dat zij gedurende eenigen tijd de betrekking van sergeant-majoor met goed gevolg vervuld hebben, 0111 bij ontstentenis van dezen, zoo noodig, ook met de administratie der kompagnie te kunnen worden belast. Eindelijk zouden zij nog verschillende kleine diensten bij de kompagnie kunnen verrichten, waarvoor nu aanhoudend officieren moeten genomen wordendeze zou den dan meer vrijen tijd tot eigen studie en vorming kunnen deel-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 472