470 achtig worden, hetgeen hen indien de korpschef daarvan oordeel kundig partij weet te trekken voor tegenzin aan de dienst zou de behoeden, dat helaas van menig jeugdig en veelbelovend officier moet geconstateerd worden. Een vreemd verschijnsel doet zich voor bij de soldijen der onder officierenwanneer men deze vergelijkt met die in Nederland. Een sergeant-majoor krijgt daar per dag f 1.75 of 2 klasse 1.25, teiwijl hij in Indië steeds 1.25 ontvangt! Zoo ook do adjudant-onderofficier, die daar f 2.10 per dag ontvangt, maar hier slechts ƒ1.60! Voorwaar, niet erg aanlokkelijk, gezwegen nog van het groote verschil in maat- schappelijken toestand voor den adjudant-onderofficier hier of zijn gelijke in Nederland. Verbetering der soldijen is derhalve in de eerste plaats noodig. Ik zonde de volgende schaal van inkomsten wenschen: Een bataillons-adjudant-onderofficier f kompagnies- 2.50. 2 00 sergeant-majoor sergeant of fourier1-2 De pensioenen zijn op dit oogenblik vrij gunstig, en hierover valt dus weinig te zoggen. Daar het pensioen wel nimmer zóó hoog te stellen zal zijn, dat het alleen alleszins voldoende is, verdient het alle aanbeveling, dat de Kegeerirg eenige gouvernements-betrekldn- gon voor gegageerde onderofficieren reserveerde. Steeds wordt er over het al dan niet wenschelijke van zoodanigen maatregel strijd gevoerd, maar de tegenstanders er van vergeten, dat men daardoor meer en meer zal'kunnen voorkomen, dat jeugdige, veelbelovende onderofficieren de dienst verlaten vóór dat zij gagement hebben ver diend, om in zoo veel beter bezoldigde burgerbetrekkingen lotsver betering te zoeken, waardoor ze dus voor het leger verloren gaan, juist als ze het best te gebruiken zijn. Er zijn zoo vele gouvernements-betrekkingendie door goed op passende, gegageerde onderofficieren vervuld kunnen worden. Met opzet zeg ik goed oppassende. Door deze clausule zoude het ver diende gagement geen recht, doch slechts aanspraak op die betrek kingen geven. Het pensioen zouden zij dan moeten behoudenwaardooi men hunne toelage voor het waarnemen dier betrekkingen met te hoog behoeft te stéllen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 473