475 hebbenen bijgevolg hoe meer energie er in datzelfde tijdsverloop door het lichaam kan ontwikkeld worden. Een tal van onderzoekin gen hebben bewezen, dat het gehalte aan haemoglobine in het bloed afhankelijk is van de meerdere of mindere hoeveelheid eiwitstoffen in het voedsel aanwezig, en dat dit gehalte bij verschillende indi viduen varieert van 13: 7, naarmate de eiwitstoffen of de andere de overhand in de voeding hebben. Als uitkomst hiervan heeft men dusIs eene voeding overwegend rijk aan eiwitstoffen ten opzichte der andere, dan kan het individu in denzelfden tijd meer energie ontwikkelen, dus meer arbeid verrichten. Het eerste punt meenen we hiermede voldoende opgehelderd te hebben, zoodat we nu kunnen nagaan welke stoffen voor het tweede noodig zijn. Langentijd meende men, dat ook hier de eiwitstoffen de hoofdrol speelden, doch de onderzoekingen van de laatste jaren hebben juist een tegengesteld resultaat opgeleverd, en van de vele bewijzen, die men hiervoor aanhalen kan, zullen we alleen die van Fick en Wislizenus eenigszins uitvoerig behandelen, omdat deze, mijns inziens, het klaarste bewijs opleveren, dat eiwitstoffen hier niets mede te maken hebben. Vooraf eene kleine afwijking. Van alle stoffen, die het lichaam verlaten, is ureum of pisstof, de eenige, welke stikstof bevat. Onder de stoffen, die, in het lichaam omgezet, stikstof opleveren, spelen de eiwitstoffen de hoofdrol, zoodat men veilig kan aannemen, dat alle afgescheiden ureum van het omgezette eiwit afkomstig is. Nu de proef. ïen einde te zorgen, dat gedurende de proef geen eiwit door voedsel in het lichaam aanwezig kon zijn, onthielden zij zich twee dagen daarvóór van alle eiwitvoeding. Toen beklommen zij één berg, hoog 1952 Meter.Een der personen woog 76 Kilogram, en de tocht duurde 6 uur. Nu bleven zij nog 18 uur rust op den berg houden en bewaarden alle urine. Diezelfde persoon bevond in zijne urine 11,8 Gram ureum, waaruit nu zeer gemakkelijk hot gehalte aan omgezette eiwitstoffen te berekenen is. Vooreerst toch weet men, dat 100 Gram ureum beantwoorden aan 46 Gram stikstof, dus: 100 Ur.: 11,8 ür. 46 N.x N. N. stikstof of Nitrogenium

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 478