478 Wat moeten we eten? Zoo als we bij de behandeling van het eerste punt gezien hebbenmoeten we in alle gevallen een voedsel kiezen, dat zoowel eiwitstoffen als koolhydraten bevat. Voortaan zullen we koolhijdraten en vetten onder de eerste benaming opvatten, daar ze in den regel toch samengevat worden. De phijsiologisclie waarde van beiden staat als 1,7:1, zoodat bijv. 86 Grammen vet gelijk staan met 45,2 koolhydraat. Verder hebben we ook gezien dat beidenzoowel in het dieren- als in het plantenrijk voorkomen. Er zijn nu 2 vragen 1° Kan het voedsel uitsluitend uit het dierenrijk genomen worden De dierlijke zelfstandigheden bevatten veel eiwitstoffen en vetten doch nagenoeg geene koolhydraten. Eiwitstoffen verbranden in het lichaam veel moeilijker dan koolhydraten, zoodat de omzetting zeer intensief moet zijn. In het andere geval verteert niet alle eiwit, en hoopen zich in het lichaam stoffen op, die schadelijk zijn en tot ziekten aanleiding kunnen geven. Alleen zijdie aanhoudend zwaar werk te verrichten hebbenzouden uitsluitend van dierlijk voedsel kunnen bestaan. Tot het eerste geval zullen voorzeker wel weinig menschen overgaan wegens de duurte; doch anders wordt de quaestie, wanneer men vraagt: 2° Kan de mensch uitsluitend van plantenkost leven? Deze vraag is als stelling menigmaal door de meest wetenschap pelijke mannen verdedigd, en daarom zal het noodig zijn om hier deug delijke bewijzen aan te halen, die ons van het tegendeel moeten over tuigen. Vooreerst bestaat er een groot onderscheid tusschen de grondelementen van dierlijke en plantaardige weefsels. De cellen van dierlijke weefsels zijn omgeven door dunne vliezen, waarop de spijs- verteeringswerktuigen gemakkelijk kunnen inwerken Dit is in de plantaardige niet het gevaldeze hebben vaste celwandenwaarop de inwerking zeer moeilijk is. Zullen deze stoffen dan totaal ver teeren dan moeten ze in het lichaam een langen weg doorloopen of m. a. w. het darmkanaal moet zeer lang zijn. Vergelijken wij nu de lengte der darmkanalen van herbivoren en carnivoren met die van den mensch, dan zien wijdat ten dezen opzichte de mensch zeer nabij de laatsten komt. Bij zuiver plantaardig voedsel moet derhalve eene groote hoeveelheid óf onverteerd weggaan, óf zich als schadelijke

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 481