482 het toch zeer ongelijk verdeeld worden. Ik zou dus, strikt genomen, alle eiwitstoffen kunnen wegcijferen, doch heb dit slechts voor 1 ge daan. b. Braden. Alleen des Zaterdags werd het vleesch gebraden [in Atjeh.] Dit is de beste methode. Het vet in de pan wordt eerst gloeiend gemaakt, en daarna wordt er het vleesch in gedaan. Door de groote hitte stollen de eiwitstoffen aan de oppervlakte onmiddelijk, waardoor al de poriën verstopt worden, zoodat uit het inwendige van het vleesch niets verloren kan gaan. Bovendien ontstaan er door het braden chemische omzettingen, waardoor de heerlijke reuk ontstaat, die aan gebraden vleesch eigen is. c. Inzouten. Het vleesch wordt ook onder het zout gezet en daarna met steenen geperst. Zoowel door het persen als door hot gebruik van zout wordt water onttrokkenen hierop berust dan ook de methode, om zoodoende vleesch voor bederf te bewaren. Deze bewerking wordt twee- of driemaal herhaald, waarna men het vleesch onder den pekel laat staan. Een nadeel is, dat het zout niet alleen water, doch ook eenige eiwitstoffen onttrekt, hetgeen duidelijk te zien is, wanneer men een weinig pekel in een reageerbuisje aan het koken brengt, waardoor eene troebeling ontstaat. Daar dit vleesch nu altijd later gekookt moet worden, ontstaat er weêr een verlies, zoodat men mag besluiten, dat gezouten vleesch het minst voed zaam van allen is. Dat gezouten vleesch op den duur de gezondheid niet kan onderhouden, is bij de menigvuldige reizen naar de pool- zeëen al te dikwijls bewezen. d. Drogen. Het bederf wordt gekeerd door het vleesch aan reepen te snijden en in de zon te laten drogen. Hierdoor wordt alleen water onttrokkenwaardoor het dingding verre boven gezouten vleesch te verkiezen is. De andere artikelen zijn met stilzwijgen voorbijgegaan. Groenten bestaan hoofdzakelijk uit water, terwijl verder specerijen, hoewel in tropische gewesten hoog noodzakelijk, toch van weinig waarde voor de voeding zijn. Het geheel is opgesteld voor de voeding te velde, waar zware arbeid verricht wordt. Uit de uitkomsten ziet mendat het aan de eischen der voedingsleer niet. voldoet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 485