491 pel ij ken grondslag is gebaseerd. De eenige bemoeienis van regee- rinsswegedie wij zouden wonschonis het dienstbaar maken' van s lands kassen tot het innen en uitbetalen van geldeneven als zulks op het oogenblik bestaat. Hiertegen zal wel geen bezwaar bestaan aangezien de officieren rijksambtenaren zijnen aan dien maatregel geene kosten voor het rijk verbonden zijn. 2°. De directie behoort te bestaan uit één directeur en vijf commis sarissen en is gevestigd te Batavia. De directeur zal zoo moelijk een deskundige moeten zijn [actuary en behoort goed bezoldigd te wor den. Aan hem is eenig ondergeschikt personeel toegevoegd. A oor com missarissen zou het wenschelijk zijn, te benoemenéén rechtsgeleerde, één specialiteit in geldzaken[vooral wat betreft het beleggen van fondsen] één geneesheer [militaire arts] en twee officieren uit het leger. De commissarissen treden om de twee jaar af, doch zijn herkiesbaar. Wat de gekozen officieren betreft, zouden dezen gedurende den tijd, dat zij zitting hebben in de directie, zonder hooge noodzakelijkheid niet van Batavia moeten worden overgeplaatst. Het kiezen van plaats vervangende leden is echter wenschelijk. De commissarissen genieten eene toelage. Bij het samenstellen der directie zijn wij uitgegaan van het denkbeeld, dat goede reglementen alleen niet voldoende zijn, jïoch dat de uitvoering aan bekwame handen met goeden wil moet worden toevertrouwd. De zaak moet met kundeoordeel en voorzichtigheid bestuurd 'worden, en meer nog dan commissarissen van toezicht en commissarissen voor het nazien van boeken, hoewel zij niet mogen ontbreken, is het noodig, dat de directeur een deskundig man is. De commissarissen belmoren minstens eens in de maand te ver gaderen. 3°. Jaarlijks wordt eene gewone balans opgemaakt en aan de leden gegeven. Om de vijf jaren wordt eene gedetailleerde balans opge- DO 7 o Actuary is een persoon, die geleerd heeft de waarschijnlijkheidsrekening toe te pas sen op de hier bedoelde gevallen. Ter beoefening dezer wetenschap bestaan in enkele landen inrichtingen, als in Engeland liet: „Institute of actuaries of Great Britain and Ireland;" in Schotland de „Faculty of actuaries;" in Duitscliland het „Collegium fiir Lebensversicherungs-Wissenschaftin Frankrijk de „Cercle des actuaires francais. De leden van liet eerstgenoemde instituut worden fellows en de leerlingen ctssociciles genoemd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 494