499 werkzaamheden verbonden zijn aan het samenstellen van tarieven, zal het in ojis billijken, dat wij zulks achterwege hebben gelaten, te meer daarzoo als wij reeds meermalen opmerktenonze cijfers slechts als voorloopige gegevens mogen beschouwd wordenzoo dat al dat werk toch weder op nieuw verricht zou moeten worden. 7e. Bij vooroverlijden van verzekerde vrouwen of kinderen, houden alle aanspraken op uitkeer ingen en ook de verplichting tot contribueer en op. Schijnbaar doet zich hier een bezwaar open zijn de bepalingen van het tegenwoordige - fonds gunstiger. Volgens deze toch krijgen de weezenbij vooroverlijden van de moederbij het leven van den vader aanspraak op het pensioen der moederhetzij gedeeltelijk, het zij geheel, na den dood des vaders. Hiertegenover staat echter de ongunstige en onbillijke bepalingdat de vader, ook bij ontstentenis van kinderen, toch blijft contribueeren. Bij het nieuwe fonds is dit bezwaar echter slechts schijnbaar, ten bewijze waarvan het volgende moge dienen. Een gehuwd officier is ten behoeve van zijne vrouw verzekerd voor een zeker bedrag; nemen wij maar weder aan, dat hij f 300 'sjaars betaalt. Hij is nu opvolgend vader geworden van drie kinderen en betaalt volgens de tarieven, om aan ieder dier kin deren f 100 pensioen te verzekeren, 14, 15 en f 16dus samen f 45 'sjaars. Een paar jaar na de geboorte van het laatste kind sterft de vrouw, en alle aanspraken op haar pensioen houden op. In stede van op een pensioen van f 1300 voor zijne weduwe en drie kinderen, heeft hij nu slechts aanspraak op f 300 ten behoeve van drie kinderen. De verhouding is zeer ongunstigmaar ook de contributie van f 300 behoeft niet. meer voldaan te wordenen hij verhoogt nu voor dat bedrag de bijdragen voor de kinderen, die daardoor aanspraak krijgen op f 960 met hun driëen. Bij het over lijden van eene weduwe is het echter een groot bezwaar, daar toch ieder kind dan slechts in het genot blijft van het pensioenwaarvoor het verze kerd is. Dit bezwaar zou echter te overwinnen zijn door de volgende bepaling te maken. 8°. Wanneer weduwen hij liaar overlijden een of meer onverzorgde kinderen achterlatengaat het wedawenpensioen op dat kind of die kinde ren over tot dat het eene of het jongste kind den ouder om van .jaren bereikt- heeft. Om deze bepaling te kunnen opnemenzou de voor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 502