501
uittreden natuurlijk recht op een gedeelte hunner reserve en behooren
tijdig kennis te geven van de oorzaak en het tijdstip van hun uittre
den, willen zij niet, dat de volgende bepaling op hen toegepast
worde
11°. Iemanddie drie maanden achterstallig is in het betalen zijner
contributiehoudt opdeelgenoot te zijn en verliest alle rechten. De
premiën bij eene levensverzekering worden met het oog op do te maken
interesten zoo nauwkeurig mogelijk berekendin verband met de tijdstip
pen van inning en uitbetaling der gelden. Ten einde dus misreke
ningen te voorkomenmoeten de gelden dan ook op de reeds van te
voren bepaalde tijdstippen gedeponeerd worden en beschikbaar zijn
voor de directie. Elke vertraging in het ontvangen dier gelden is een
nadeel voor het fonds. Om dit dus zooveel mogelijk te voorkomen,
moet deze strenge bepaling worden gemaakt. Zij is natuurlijk niet toe
passelijk op actieve en gepensioneerde officieren, die hunne contributiën
voldoen door middel van inhoudingen op hunne tractementen en pen
sioenen doch wel op eervol ontslagen officierenen in andere bijzon
dere gevallenb. v. wanneer een officierdeelgenootverlof krijgt
buiten bezwaar van den lande.
12°. Om de vijf jaren wordt een bonus uitbetaald, cum hendie meer
dan twee jaren deelgenoot zijn. Zoo als wij boven aangavenwordt
om de vijf jaren eene gedetailleerde balans opgemaakt. Uit die balans
zullen tevens de gemaakte winsten behooren te blijken. Deze winsten
nu worden als bonus verdeeld over de leden naar gelang van hunne
bijdragen. Zijdie echter slechts kort tot het fonds zijn toegetreden
en derhalve weinig invloed kunnen hebben gehad op het maken der
winsten, zijn van deze bepaling uitgesloten. De grens kan op een
of twee jaar bepaald worden. Zijn de winsten aanzienlijk en aan
normale oorzaken toe te schrijvendan bestaat daarin aanleiding tot
eene herziening der tarieven. Het is bijna overbodig, te zeggen, dat
het onze bedoeling- is om die winsten weder voor elke categoriewe-
duwenfonds, weezenfonds, enz. afzonderlijk te doen berekenen.
Bovenstaande 12 punten bevatten de hoofdbeginselenvolgens welke
wij een nieuw fonds zouden wenschen op te richten. Op onoverko
melijke bezwaren zijn wij daarbij niet gestuitintegendeel, wij hebben