HET KORPS PUPILLEN TE GOMBONG.
y(r
(Vervolg en slot, zie aflevering No. 11).
Wij gaan vervolgens de toekenzalen, ateliers en korpsscliool be
zoeken en komen eerst in do leerzaal van den topographischon cur
sus. Daar zijn de jongelieden der 1» klasse bezig om, met liun meet-
boek naast zich, het bergterrein, dat ze den vorigen dag met de
boussole-tranche-montagne of de theodoliet hebben opgenomen, in
kaart te brengen. Merkwaardig is het om dit werk door de pupil
len te zien verrichten; alles munt uit door nauwkeurigheid en net
heid. De 2° klasse legt de laatste hand aan eeue copie van een
moeilijk bergterrein, keurig net geteelcend en gekleurd. Do instruc
teur, een opzichter der 1° kl. van de topographiscke dienst (en gewe
zen pupil) laat ons eenige voltooide kaarten zien, allen door nog aan
wezige of reeds vertrokken jongelieden geteekend. Onze oogen doen
pijn van het turen op die fijne arceeringen en tranches. In deze
beide klassen van aspirant-opnemers wordt ook les gegeven in de
planimetrie en algebra volgens de methode van Kempees, in de
geodesie (terreinleer) en de cosmographie. Hot volgende lokaal wordt
bezet door de topographiscke en rechtlijnige teekenaars. Een adjudant
onderofficier teekenaar (ook een voormalig pupil) geeft daar les, en uit
die klasse worden de aspirant-opnemers voor den topographischon cur
sus gekozen, alsmede enkelen opgeleid om als teekenaars bij de to-
pograpliische dienst en bij de Genie geplaatst te worden. Ook hier
zien we jongens bezig aan fijn teekenwerk, waarvoor ze veel geduld
hebben, en worden ons zelfs kunstproducten van teekenwerk vertoond.
We gaan eene klasse van eerstbeginnenden in beide laatstgemelde
vakken voorbij en treden eindelijk de zaal binnen, waar het handtee-
kencn wordt geleerd. Meestal leerlingen uit de middelste schoolklas-