48 toekomst van mag beloven. Men vergete ook niet, dat elke exer-. citie tal van Inlanders tot toeschouwers heeft. Zien zij, dat de manoeuvres met vaardigheid en juistheid worden uitgevoerd, dat er een groot aantal treffers verkregen en de bajonetaanval goed uitge voerd wordt, dan zal de bevolking tweemaal bedenken alvorens zich er aan te wagen, door het deelnemen aan een opstand met do Schut terij in kennis te komen. Eene goede, maar misschien vreemdsoortige oefening zou b. v. zijn, wanneer na voorafgaande bekendmaking, opdat niemand de schrik om het hart sla, dat op een zekeren avond in eene zekere maand liet sein van alarm zal worden gegeven, men dat werkelijk eens liet doen. De avond zelf natuurlijk blijft voor een ieder, behalve voor den militairen kommandant een diep geheim. Men zou dan kunnen nagaan wat er bij alarm ontbrak, waarin moest voorzien worden, binnen hoeveel tijd het garnizoen en de Schutterij hunne alarmplaatsen hadden bereikt, hoedanig de verstrekking der muni tie te regelen is, en eene menigte andere zaken meer, wier verwaar- loozing bij een werkelijk alarm de grootste verwarring en onheilen na zich zou sleepen. Een ieder, die ooit in het donker heeft geëxer ceerd, weet dat dan dubbele oplettendheid en controle van de zijde der officieren en van het kader vereischt wordt, en ofschoon de oefening aan velen uitheemsch en overdreven zal toeschijnen, gelooven wij dat "haar praktisch nut door niemand zal worden betwijfeld. Even als bij het leger moeten de sergeanten-majoor en de fouriers aan de exercitie deelnemen, maar behalve dat zouden we wensclien, dat die onderofficieren eenige kennis bezaten van de bij de adminis- tratiereglementen voorgeschreven wijze van ontvangen en inleveren van equipementsstukken en fournituren en het opmaken van de daarvoor benoodigde stukken, alsook van betalingsrollen enz., op dat bij eene onverhoopte oproeping der Schutterij tot garnizoens- of andere diensten, de schutters ten gevolge van administratieve infor maliteiten of onbekwaamheid geene vertraging ondervinden in de ontvangst van kleedingstukken, enz. Het zou te dwaas zijn, hen in hunne witte buisjes werkelijk dienst te laten doen en onverant woordelijk, hen in die kleeding wachten te laten betrekken, met liet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 51