532
meenden, dat het in praktijk brengen der afschriktheorie moet gerang
schikt worden onder de afdoende middelen, om een Indischen oorlog te
eindigen. De Atjehsche oorlog is gestaakt, niet ten gevolge van het in
de asch leggen van door ons genomen en door den vijand verlaten kam
pongs, niet door dat wraak is genomen over een hardnekkigen weerstand
maar, zoo als ten langen laatste bij eiken guerillaoorlog het geval zal
zijn, omdat de machtige tegenover den zwakke staat, en de intellec-
tueele, materieele en pecunieele krachten van den eerste vermeerderd
worden, naarmate de laatste de besten zijner aanvoerders ziet afvallig
worden, zijne strijdmiddelen ziet afnemen, en het terrein, waarop hij
zich kan bewegen, ziet inkrimpen. Wat wij in Atjeh verkregenhebben
wij te danken aan de volharding, waarmede wij gedurende ruim vijf
jaren zijn voortgegaan met het opofferen van millioenen schats en
tal van menschenlevens, aan do energie van den bevelhebber, aan den
moed onzer soldaten, aan het winnen van Ilabib Abdoel Backman met
zijn aanhangmaar niet aan branden en verwoesten. Terecht werd vóór
het échec der eerste expeditie door Mr. J. E. Banck gezegddat wan
neer de Atjehers na het nemen der hoofdstad een guerillakrijg voerden,
het einde van den oorlog niet kon te berekenen zijn, al was ook de
einduitslag gemakkelijk te voorspellen. Op den duur toch zou Atjeh
„noch bestand zijn tegen de Europeescho taktieknoch tegen onze betere
Miurwapens, waarin nog altijd een goed deel van ons prestige verborgen
is, daar het verstandelijk overwicht weinig baat, wanneer het niet door
krachtige stoffelijke hulpmiddelen gesteund wordt."
Met die uitspraak vereenigde zich de schrijver van „De waarheid over
onze vestiging in Atjeh", toen hij schreef: „Welk stelsel men ook volge
het onze of dat van agressie, het einde zal altijd de overwinning zijn".
Die overwinning de loop van den Atjehschen oorlog toont het voldoende
aan was echter ook met het stelsel van agressie te verkrijgen geweest
zonder dat het noodig wasreeds in ons bezit zijnde woningen en levens
voorraad te vernietigen. Daardoor werd onze tegenpartij noodoloos
verbitterd, beroofden wij de onzen van dak of beschutting en zagen
wij met moedwil af van liet aanwenden van een lokaas, dat krachtig
had kunnen medewerken tot den terugkeer der uitgewekene vijanden. Na
al de offers in geld en menschenlevens, ten gevolge van het verlaten
der afwachtende houding gebracht, staan wij thans, en dat voor een niet
gering deel ten gevolge van het in praktijk brengen der afschriktheorie,
nog altijd voor de vraag, reeds in 1873 door Mr. Banck geopperd„What
will he do with it". tt a aw