DE NEDERIANDSCH-INDISCHI BRIGADE. OPEN BRIEF AAN MONITOR, NAAR AANLEIDING YAN ZIJN WERK: „INDISCHE MILITAIRE BELANGEN." Vergun mij, geachte Monitorgij wakkere kampioen voor de Indische militaire belangenvergun mij dezen open brief aan u te richten en een onderwerp met u te behandelen, dat mij in de tegenwoordige omstan digheden van groot gewicht voorkomt; ik bedoel de vorming van eeno reserve voor het leger in Indië. In uw opstel: „De Indische Brigade" hebt gij een uitvoerig en krach tig pleidooi gehouden tegen het beginsel om geheel georganiseerde korp sen uit het moederland te zenden tot blijvende of tijdelijke versterking- van onze strijdmacht in de koloniën. Gij wenselit het Indische leger uitsluitend aan te vullen en zoo noodig uit te breiden door middel van het suppletiestelsel, dat sedert meer dan 60 jaren uitstekend heeft gewerkt en in u een ijverig voorstander vindt. Wanneer dat leger goed geor ganiseerd en voldoende sterk is, acht gij eene reserve daarvoor onnoodig, maar als men die toch volstrekt hebben wildan moet zjj zich volgens uwe meening in Indië en niet in Nederland bèvinden. Ofschoon sommige uwer argumentenvooral van uw standpunt gezien juist en op de ondervinding van vroegeren tijd gegrond zijn, zoo kunnen ze toch niet allen worden toegegeven en mogen ze niet strekken tot de veroordeeling van een maatregel, die, zoo hij niet terstond wordt toege past, werkelijk groot nut kan stichten. Het ligt niet in mijne bedoeling, uw betoog over en tegen de Indische brigade in alle bijzonderheden te volgen en aan eene critiek te onderwer pen; dit zou mij te ver voeren. Slechts bij de belangrijkste punten wensch ik stil te staan, om zoo mogelijk aan te toonendat uwe opvatting en gevolgtrekkingen niet altijd gerechtvaardigd zijn; ook kunnen verscheidene bezwaren, waarop gij de- aandacht vestigt, in het vervolg vermeden worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 55