556
Goltstein haai' reeds krachteloos had willen maken tijdens zijn eerste
ministerschaptelkens die politiek zij het ook onder andere vormen
en met andere middelen in praktijk heeft gebracht.
4. Dat, zoo dit voor een korten tijd gelukte, de vijand ons telkens
gedwongen heeft, van die politiek af te wijken; maar de afwijkingen
niet altijd even oordeelkundig warenomdat naar de wapens grijpende
de Gouverneur-Generaal Van Lansberge, in strijd met militaire begrippen
en gewaarschuwd door de hoogste deskundige militaire autoriteit, den
tegenstand dacht te kunnen overwinnen door dien nog grooter te maken
met het doen uitrusten van expeditiën naar Simpang-Olim, Samalangan,
Analaboe, enz., in plaats van den vijand eerst in den hartader, hot cen
trum van zijn tegenstand, d. i. Groot-Atjeh zelf, ten onder te brengen,
waardoor de krachten van het leger niet versnipperd hadden behoeven
te worden, en de oorlog, eenmaal weder begonnen, spoediger geëindigd ware.
5. Dat met die expeditiën (het zoeken in verre oorden, wat men dicht
bij, in de XXII en XXYI moekims, beter had kunnen vinden) het doel
van den oorlog evenmin bereikt is kunnen worden als met het, ontijdig,
terugkeeren tot de door Generaal Van Swieten gewensclite politiek waar
van de Generaais-Majoor Wiggers van Kerchem en Diemont overigens
de stelsellooze uitvoerders moesten wezenomdat zij twee heeren dien
den legerkonunandant en gouverneur-generaal die niet eenstemmig
dachten.
6. Dat eerst door hetgeen de Generaal Van der Heijden in 1878 en
1879 zoo volhardend heeft bewezen, dat mogelijk is te doen, aan con-
solideeren kan worden gedacht, d. i. wanneer de vijand werkelijk, in
alle opzichten, de kracht onzer wapenen gevoeld heeft, en in verband
daarmede onze stelling in Groot-Atjeh van alle zijden voldoende verze
kerd is.
7. Dat dit stelsel, sedert 1873 door den Generaal Verspyck omhelsd,
eerst van medio 1878 consequent toegepast op last van den Gouverneur-
Generaal Van Lansberge, door den Generaal Van der Heijden volgens
militaire begrippen goed ingeleid en krachtig doorgezet werd met den
veldtocht in de XXII en XXYI moekims, waarvan de resultaten alge
meen bekend zijn.
8. Dat het stelsel dat van agressie niet voor elk volk in onze In
dische bezittingen, maar wel voor de onderwerpingniet in naam, van
het Atjehsche volk het beste is.
Op den Indischen Oceaan, September 1879. B. O. W.