73 talen door een ieder zonder inachtneming van eenige vormen wordt geaccosteerd, heeft een Indisch taalgeleerde den naam van brabbel- maleisoh geschonken. Meer gemoedelijke zielen noemen 't, doch minder juist, laag maleisch. Naar mijn gevoelen zou 'tnog te verdeelen zijn in: 1° Indisch gebrabbel; en 2° Europeesch idem. Verdere splitsing komt mij onnoodig voor; want het kazerne-ma leisch kan, met het toko-, marine-, waterstaats-, oost-Javasche spoor wegbeambten- en Bataviasche havenwerken-tnaleisch, veilig in de 2" klasse geplaatst worden. Voor Nederlandsche lezers (zoo die er mochten wezen) kan 't nut hebben, hier aan te teekenen, dat hot Polijnesisch jargonwaarmede Indische romanciers en novellisten besmet zijn, eveneens onvoorwaardelijk tehuis behoort in de 2° categorie. Met bewondereuswaardigeu moed en kennelijk zeltbeha gen stapelen bedoelde letterlievenden de cene dwaasheid op de ande re, zoodra zij goed vinden Inlanders te beschrijven en sprekende in te voeren. Een minimum slecht vertaald Europeesch brabbelmaleisch wordt ter wille van de locale kleur versterkt met eene fiksche Oos- tersclie tint van eigen maaksel. Meer vertrouwd met de tale Ka- naans dan met die der menschen, waaronder hij leeft of geleefd heeft, legt de auteur over 't geheel een bekoorlijk Hebreeuwsch waas, dat dikwerf hoogst poëtisch zich wèl laat lezen en bij 't niet-Indische publiek steeds warme bewondering wekt. Zoo hier en daar vaste regels schijnen er niet voor te bestaanwordt ook onvertolkt bargoensch door 't kunstwerk gevlochten, en, Javanen beschrijvende, vergeet de dichter in 't vuur der geestdrift gewoonlijk zijn brabbelmaleisch om de helden hardnekkig te laten antwoorden met „een langgerekt liing- gih." Eens zelfs was het mij gegund groot vermaak te putten uit redekavelingen van onbesneden Javanen, onderdanen van den Hindoe- vorst Brrtwidjajö, die in de 2° helft der 15c eeuw zich aan enkele goedkoope Maleische termen te buiten gingen. Of dergelijk ana chronismedoor de licentia poëtica te wettigen is, mag betwijfeld worden. Door het ontbreken van eenige noodzakelijke teekens, laat de transcriptie van de maleische en javaansehe woorden te wensclien over. Redactie,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 76