74 Aangezien de wetenschap dei' Indische talen, zeden en gewoonten in nagenoeg de geheele Earopeesche maatschappij hier te lande slechts matige belangstelling vindt en de lingua franca er a. discretion ge schoffeerd wordt, kon 't wel niet anders of ook het leger moest de beweging volgen. En 't heeft zich niet onbetuigd gelaten! Integen deel het zoogenaamde kazerne-maleisch mag op zekere welverdiende vermaardheid bogenUit een aesthetisch oogpunt beschouwd is eene duchtige zuiveringskuur reeds zeer wenschelijk. Maar bovenal zou zij nuttig zijn wegens de practische gevolgen. Want gebrekkige mededeeling der gedachte leidt onvermijdelijk tot misverstand, de ge- reede aanleiding tot ongenoegen en aanhoudende oorzaak van schade voor de dienst. Voegzame omgang tusschen lieden, die tot samen werking verplicht elkaar slechts half verstaan en hemelsbreed ver schillen in karakter, is ondenkbaar. De vrij groote lijdzaamheid van den Inlander en zijne verbazende opmerkingsgave maken veel goed, maar lang niet alles. In zulke scheve omstandigheden eene juiste, weder- zijdsche waardeering te verwachten, behoort tot de illusiën. Zoo maken wij spreekwoordelijk koele Hollanders dan ook op het overheerschte ras veelal een geheel tegenoverstelden indruk. Op pag. 409 van Babad tannah djawi {Javaansche geschiedenis) met aan - teekeningen 'van J. J. Meinsma, 's Gravexh.vge 1874, leest men Kapitan Tak, sareng mireng hatoerripoen ki Sikdoercdju, ladjeng hambanting tepijonnipoenhagedroeggedroeghannjakot rawis sarta perdam-perdom(f) Dat is„toen kapitein Tak liet eerbiedig antwoord van kjahi Se\doercd.t« hoordesmeet hij zijn hoed tegen den grond, stampvoetendeop zijn knevel bijtende,'godverdomme voor en godver domme na spelende De Javaansche geschiedenis is geen evangelie. Daarom wil ik aannemen, dat het tooneel nooit heeft plaats gehad en de wakkere Tak kjahi Sindoeredja hoogst minzaam heeft bejegend. Door het aan halen van bovenstaande plaats, heb ik alleen den indruk willen weer geven, dien een parlementeerend Hollander maakt op den vormelijken Javaan, die bijna, altijd bedaard spreekt zonder andere gesticulatie als het bekende gebaar met den duim. De kroniekschrijver schildert (f) cl en t zijn tandletters; cl en t tongletters, in 't Javaansch sterker gemar keerd dan in 't Hollandsch,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 77