78 zitten, het volk kennen èn vooral het zejf tot zekere hoogte in de taal gebracht hebben. De gedienstige onverschilligheid van den Aziaat doet hem om van de netelige en vervelende kwestie maar- af te komen met alle liefde zij ne moedertaal verloochenenlaat daar het brabbelmaleisch, dat hem al zeer weinig ter harte gaat. Grif geeft hij alles toe om t een half uur later te herroepen. En dat is zeer verklaarbaar bij lieden, die zich met taal 't hoofd niet breken, maar zingen zooals zij gebekt zijn of naklappen wat zij hooien. Hun Indisch maaksel behoedt hen echter voor al te grove fouten; tenzij ze met opzet de taal geweld aandoen om aangenaam te zijn, terecht te komen of pinterte schijnen. Reeds is gezegd, dat de Inlander, Maleisch als aangeleerde taal sprekende, zich dikwijls even als de Europeaan, uit de oogenblikkelijke verlegenheid redt door uit zijne moedertaal de ontbrekende kennis aan te vullen. Wegens de verwantschap der Polynesische talen is dit minder bedenkelijk; vooral omdat de man gewoonlijk daarbij niet volhardt, doch zich langzamerhand meer juiste uitdrukkingen eigen maakt. Sterke voorbeelden van Indisch gebrabbel kan men in de binnen landen hooren. Desahoofden op Java "b. v. hebben in den regel slechts flauwe begrippen van Maleisch, zoodat zij alleen door nood gedwongen 't beproeven te spreken. Komen zij met Europeanen in aanraking, dan gebruiken zij 't ngoko-aanhechtsel haké op goed vertrouwen in stede van kan. Naar onze begrippen zou het krama- ken meer voor de hand liggen; maar de Javaan denkt er anders over en put tot aanvulling van zijne kennis steeds uit de lage taai. Willen de menschen nu b. v. zeggen: „ik heb er al m gedaan dan komen zij voor den dag met het potsierlijke: soedah saja ma- soeqaké". Pas uit de desa gehaalde Javaansche baboe's geven zich gaarne over aan het gebruik van imperatieven met ha. en zeggen b v., tegen het aan hare zorgen toevertrouwde wicht brabbelendeSinija. ta Marietje djangan tidoer nonnah hajoernakanna cloeloe mashajo bedirija fa! Nèk t'ramaoe bedirinanti baboe bilmgké mamahmoe lo! Zeer zeker heeft dit weinig van zuiver Maleisch. Doch 'tis Indisch gedacht, en na korten tijd spreekt de ten tooneele gevoerde kinder-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 81