85
legdeu vele kadetten zicli op liet Maleisch juist zoo veel toe als poodig
was, ten einde 's zondags niet van hunne betrekkelijke vrijheid be
roofd te worden door het gevreesde- kamerarrest eene lichamelijke
en geestelijke foltering, die de stoutste harten deed versagen en
verder 0111 met zoo weinig mogelijk eer door de examens te glippen.
Met zoo stelligen en algemeenen onwil moesten de eischcn natuurlijk
gelijken tred houden. En als daarom iemand vraagt, hoe 't komt,
dat de officieren, afkomstig van de Militaire Akademie, slechts schra
le vruchten plukken van het te Breda geleerde Maleisch, kan men
met de hand op t hart antwoorden, dat zein massa beschouwd
er nooit veel van geweten hebben. Wie er wat aan deed, zocht in
t vak veel punten te behalen, omdat die natuurlijk mede invloed
uitoefenden op de rangschikking der kadetten naar hunne bekwaamheid;
eenige werkelijke ambitie werd zelden opgemerkt. Slechts zeer enkele
mdividuën waren gevoelig voor de eigenaardige niet naar Westersche
begrippen af te meten schoonheden van Oosterschc taal en ook van
gedachte, als men ze slechts weet te vinden op den bodem der zee
van beuzelingen en wonderbaarlijkheden, waaronder ze bedolven ligt.
Deze binnenkantsche waarheid, die hoop ik niemand in zijne
teederste gevoelens zal schokken, heb ik geineend te mogen onthullen
tot rechtvaardiging van mijn betoog, dat anders aan niet ingewijden
wat zwak moet schijnen.
Be Generaal W. E. Kroesen, die het goede wilde en in vele op
zichten naar vooruitgang streefde, schonk mede zijne aandacht aan
de hierboven misschien wat scherp, maar met de beste bedoelingen
gehekelde leemte in ons militair onderwijs. Doch een gewoon
Indisch verschijnsel Zijne Excellentie stelde een wat sanguinisch
vertrouwen in de kracht van doode bepalingen en vaardigde daarom
als legerbevelhebber eene zijner talrijke algemeene orders uit, de 51st0
van het aan gebeurtenissen zoo rijke jaar 1870. Bij dat bevelschrift
worden de officieren en het Europeesche kader uitgenoodigd tot
meerdere beoefening der Indische talen, inzonderheid van Maleisch
en Javaansch. „Men trachte zich" zoo luidt 't voorschrift„die
talen zoodanig eigen te maken, dat men ze niet alleen spreken, maar
ook lezen en schrijven kan. En in 't bijzonder wordt dit den offi-