5
Daarom werd door ons de verschijning van het Indisch tirailleur
reglement met vreugde begroet. Met opgewektheid namen wij het
in handen; wij hoopten iets degelijks en goeds te vinden. De uit
gebreide litteratuur, sedert 1870 over dat onderwerp verschenen, de
zesjarige veldtocht van het Indische leger tegen Atjeh, zij gaven ons
het rechteen voorschrift te verwachtendat aan alle eischen zou
voldoen. HelaasOnze teleurstelling was groot.
't Is bijna eene letterlijke navolging van het Nederlandsche voor
schrift op het tirailleeren van 1877. Slechts eenige wijzigingen van
ondergeschikten aard komen in het Indische reglement voofdoch
op die wijzigingen is dan nog soms het spreekwoord toepasselijk
„alle verandering is geene verbetering." In onze critiek zullen wij
dit aantoonen.
Men meene echter nietdat wij het afkeurenwanneer uit regle
menten van andere legers, en vooral van het Mederlandsche, wordt
overgenomen. Integendeel wezen wij reeds op het voordeel, dat uit
de overeenstemming van de Nederlandsche en Indische reglementen
verkregen wordt. Het zou zeer verwaand en zelfs onmogelijk zijn
om te beproeven, op tactisch gebied iets nieuws te leverenzonder
gebruik te maken van de rijpe ondervinding, in de laatste oorlogen op
gedaan, en door bekwame mannen in hunne geschriften meegedeeld
of in de reglementen der groote Europeesche legers opgenomen.
Maar er moet met oordeel worden overgenomen.
Alvorens daarmede te beginnenmoet men zich op de hoogte stel
len van het te behandelen onderwerpmen moet vooraf dat onder
werp meester zijn. In zijne studiën over de tactiek waarschuwt
de Generaal Lewal tegen het lichtvaardig geven van tactische voor
schriften met de volgende woorden van Descartes„Ceux qui se mêlent
de donner des préceptes se doivent estimer plus habiles que ceux
auxquels ils les donnent, et s'ils manquent a la moindre chose, ils
en sorit blamables.
De grondbeginselendie in het Nederlandsche voorschrift verkon
digd wordenzijn voor het meerendeel goed en dus ook in het In
dische reglement op hunne plaats.
Maar de vormendie het Xederlandsche voorschrift aanwijst voor
het gevecht der Infanterie, zijn gekozen in navolging van Duitsche,