89
gaan om aan de Krijgsschool te studeeren, eene ruime toelage krij
gen, en er vroeger zelfs eene jaarlijksche premie van 1000 op
hun huwelijk werd voorgesteld (alsof de luitenants nog aanmoe
diging noodig hadden om te trouwen!) zijn er weinig liefhebbers te
vinden. In de gegeven omstandigheden te hopendat men terug
zal komen op het denkbeeld om de opleiding in Nederland te doen
plaats hebben, zou wat baarsch wezen. Doch aangezien de stat toch
door „des accommodements" in 't leven wordt gehouden, bestaat er
m. i. geen bezwaar, een gedeelte der aanstaande Indische stafoffi
cieren hunne sporen te laten verdienen door het bestudeeren van
elementaire Indische zaken; des noods met uitdrukkelijk verbod om
al te groote taalgeleerden of geographen te worden. Yerdeeling van
arbeid zou ook hier niet schaden. En daar men de niet in Neder
land opgeleide stafofficieren slechts voor t vangen heeft, kan er
niets tegen zijn ze te kiezen uit de personen, die volgens de alge-
meene order No. 51 van 1870 in aanmerking komen voor de be
kleeding van speciale betrekkingen in 't algemeen. Kwaad zal t
nimmer doen als er onder de stafofficieren gevonden worden, die
Indië en den Inlander eenigszins kennen, gidsen en spionnen ver
staan of Maleische brieven kunnen lezen, ook al zijn ze niet van de
Krijgsschool.
Bij de doodgeboren examenprogramma's van den Generalen staf
is een Indisch gedeelte, dat, even als de rest, wel eenvoudiger kon.
Als nu diezelfde eischen, ontdaan van alle bedriegelijke ostentatie,
eens gesteld worden aan hen, die hier blijvende, in aanmerking wen-
schen te komen voor eene plaatsing bij den Generalen staf? Vol
maakte stafofficieren volgens Europeesche begrippen zal men wel
is waar zoodoende niet krijgen, maar de voordeelen van zulk eene
regeling zijn tweeledig
lo aanvulling van den Generalen staf zoodanig, dat de niet-leeken,
die eene volmaakt Nederlandsehe opleiding genoten hebben, ter zijde
worden gestaan door eene soort van Indische specialiteiten
2o aanmoediging der studie van Inlandsche talen, Indische land
en volkenkunde, geschiedenis, staatsinstellingen, enz.
Doch gelukkig- verworpen; 'twas ook al te zonderling!