135
laadgeweren bij liet Indische legertegen den Inlandschen vijand op
te tredenkunnen thans een zeer nuttig werk verrichtendoor die
nieuwere gevechtsvormen aan hunne krijgsondervinding te toetsen
en het resultaat van dat onderzoek in dit tijdschrift ter kennis van
hunne kameraden te brengen. Langs dien weg kan het gelukken
de bouwstoffen voor een exercitie-reglement voor het Indische leger
te verkrijgen; welk reglement dan op Indische oorlogsondervinding
gebaseerd en voor Indische gevechten practisch bruikbaar zal zijn.
Dan zal zich niet meer het dwaas verschijnsel voordoendat een
Indisch reglement voorschrijft, hoe in 't polderland eene compagnie,
met sectiën op een dijk marcheerendete handelen heeft als zij aan
gevallen wordt. (Zie 27 der Compagnieschool.) Evenmin zal dan
door de troepen jaren lang eene wijze van tirailleeren beoefend worden,
die op het geveehtsveld, zooals in Atjeh, totaal onbruikbaar bleek te zijn.
De redactie van het nieuwe voorschrift laat te wenschen over.
Meermalen is, hetgeen in de eene paragraaf geleerd wordt, in strijd
met iets, dat in eene latere wordt voorgeschreven. (De vuren vol
gens 12 en 13 met die volgens 39). Sommige oefeningen uit
de le afdeeling behooreu daarin niet te huis 21 eu 23); terwijl
van andere oefeningenwier eerste beginselen aan de recruten moeten
onderwezen worden, in de compagniesiustructie verder niet gesproken
wordt, en dus de toepassing dier beginselen outbreekt. (Cavalerie-
aanval).
Wij achten het ook eene foutdat in het reglement nergens van
den Inlandschen vijand gesproken wordt, en dat woorden als: kam
pongsdwah, pdgarenz. er te vergeefs in worden gezocht.
Intusschen prijzen wij het zeerdat het boekje geschreven is over
eenkomstig de spelling, in het Nederlandsch woordenboek van De
Vries en Te Winkel aangenomen. Voor zoover wij weten, is dit
het eerste officieele stuk van het D. v. O., dat naar die nieuwe
spelregels werd geschreven. Als dit nu niet alleen het gevolg is van
de kopieerzuchtdie bij de samenstelling van dit reglement schijnt
geheerscht te hebbenmaar deu aanvang vormt van een nieuw tijd
perk, dan is dat een zeer gewenschten stap tot vooruitgang te noemen-.
Immers reeds sedert 14 jaren wordt aan de Nederlandsche scholen