272 handeling van alle elementen, waaruit het bestaat, en derhalve ook eene gelijke Uniform voor allen. Ik ben nu tot het tweede gedeelte van mijn opstel genaderd, namelijk het bespreken van de reeds voorgestelde kleedingstukken der nieuwe tenue. De vorm dier kleedingstukken, volgens de voorstellen van het leger bestuur, zal zeker algemeen de goedkeuring wegdragen. De aangegeven modellen van de attila en den pantalon collant zullen blijkbaar smaakvol zijneene zaak die, van hoe ondergeschikt belang ook, niet uit het oog mag worden verloren, daar eene smaakvolle uniform, met den last van het dragen daarvan zal verzoenen en' de burgerklee- ding bij de officieren, hetgeen tegenwoordig veel te veel op den voor grond komt, zal verdringen. Nu doe ik echter de vraag, en die is het hoofddoel van dit opstel, waarom moet de invoering van het voorgestelde model van attila en pantalon wachten op de vaststelling van een nieuw model hoofddeksel kan men reeds nu niet de attila en pantalon collant dragen hij de nog bestaande pet? Ik doe die vraag in het belang van velen, want de plannen van de nieuwe uniformverandering zijn bij een ieder hekend, en ongaarne gaat men over tot de aanmaak van dure kleedingstukken, volgens het oude model, wetende dat de nieuwe modellen reeds voorgesteld zijn en men dus de invoering daarvan elk oogenblik kan verwachten. Moge het Legerbestuur het hier opgemerkte beamen en, zonder dralen, tot de invoering der reeds voorgestelde modellen medewerken, dan zal hierdoor ongetwijfeld aan den wensch van velen worden tegemoet ge komen. Robert. Willem I, 30 Mei 1879. Hiermede wordt het debat over uniformhwesti'èn in dit tijdschrift in de eerste tijden gesloten. Redactie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 275