274 De oorsprong van liet eerste fondstot het onderhoud van wedu wen, is te vinden in de stukken, voorkomende in den „Staat Die stukken luiden: Batavia, den 19 January 1808. Hoog Edele Heeren! Van den Heere afgetreden Gouverneur-Generaal ontvangen hebbende, eene Lijst van Gratificatiën, welke Zijne Excellentie gewoon was, aan differente Weduwen, en eenige andere Personen te accorderen, tot een bedrag van Rds. 787:16 's Maands, zoo acht ik het nodig aan Uwe Hoog Edelheden te verklaren, dat daar ik mjjne aanstelling op eenen geheel anderen voet hebbe bekomen, als de vorige Heeren Gouverneurs-Generaal, en bij het aan mij toegelegd appointementgeene aparte som tot het onderhoud van Weduwen, is geaffecteerd, en in tegenstelling dat voor dat onderhoud en andere uitgaven, opzettelijk aan den Gouverneur-Generaal van Over stralen en die na hem hebben gegouverneerdeen montant van Rds. 14000 's jaars is toegestaan geweest, ik mij gevolglijk ook geenszins gehouden rekene, de gemelde Gratificatiën te bekostigen. Ik zal niettemin en onverkort, de regulatiën die-ik na ontvangst van mijne papie ren, voornemens ben des wegens te maken, vooreerst nog voortgaan aan de Weduwen uit te betalen, de Gratificatiën, die zij laatstelijk van den Heer oud Gouverneur- Generaal Wiese" plegen te genieten, doch heb daar en tegen gemeend, dadelijk te moeten intrekken, de douceurs die Zijne Excellentie heeft betaald aan Hoogst des- zelfs Geheimschrijver, eenige Pennisten, en andere Dienaren. Hieronder is begrepen, enz., enz. Daendels. Batavia, den 2 February 1808. Hoog Edele Heeren Wanneer in eene vorige Vergadering gesproken wierd van het aandeel, hetwelk de Gouverneur-Generaal uit de voordeelen van den Amfioen-Handel geniet, heb ik verklaard daar op geene aanspraak te maken, wijl mij dit niet bij mijne instructie was toegewezen; desgelijks heb ik aan Uwe Hoog Edelheden te kennen gegeven, dat ik mjj niet verbonden rekende aan de Weduwen uit te betalen het onderhoud, dat zjj van den Heer Gouverneur-Generaal Wiese plegen te genieten, doch dat ik, voorbe- houdens de maatregelen daar omtrent nader te nemendaar van vooreerst uitbeta ling zoude doen, uit bezef van de verlegenheid, waar in zich de Weduwen bij distri butie van het gemeld onderhoud zouden bevinden. Hierover nader mijne gedachten hebbende laten gaan, is het mij voorgekomen, dat de voorschreven portie van den Gouverneur-Generaal uit de voordeelen van den Amfioen-Handel bekwamelijk kan dienen tot een fonds, om daaruit gedeeltelijk het onderhoud der Weduwen te vinden, voor zoover het daar toe strekken kan, waarom ik aan Uwe Hoog Edelheden voordrage om de voormelde portie tot dat einde, en met dat oogmerk, ten mjjnen voordeele te laten brengen. Daendels.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1879 | | pagina 277