DE KADERÖUAESTIE
INDISCHE I N F A N T E R I E.
Het is verwonderlijk, dat er, na zooveel moeite van alle zijdennog
geene verbetering komt in de opleiding van het kader, en men zal zeer
zeker geene tegenspraak behoeven te vreezen, wanneer men tien toestand
van het kader al zeer ongunstig noemt. Zoowel in garnizoens- als ka-
zernedienst stuit men telkens op de verregaande onkunde der meeste
ondeiofficieren en korporaals. Laat ons de oorzaak daarvan opsporen.
Ik geloofdat men er niet lang naar zal behoeven te zoekenwant
een ieder is het zeker met mij eens, dat de.fout in de opleiding
schuilt. Zeer zeker draagt ook Atjeli er het zijne toe bijdoch ik
durf volhoudendat dit niet in zóó groote mate 't geval is als men
oppervlakkig geneigd is te denken, en menigmaal hoort beweren.
Wanneer men toch aan den Atjehschen oorlog de schuld geeft, is
dit alleen voor zóóverre waar, dat de middelen in dien tijd minder
gemakkelijk te bekomen waren om verbetering aan te brengen, en
men op expeditie ook niet die gelegenheid heeft .0111 hot kader te
vormen als in het garnizoen; doch deze toestand is sedert geruimen
30
BIJ DE
Raadpleeg over dit onderwerp de goed geschreven brochure van V. S. t. B.
„Proeve van een voorstel tot verbetering der positie van het kader hij Set Ned.-Indi-
sehe leger. Makassar, Handelsdrukkerij, 1871. Wie geen vreemdeling is in de
A.A.O.O. van 1871 t/m 1S78, zal ontwaren, dat de schrijver van deze brochure
het zeldzame voorrecht heeft gehad, dat de meeste zijner in 1871 voorgestelde maatre
gelen verwezenlijkt zijn geworden.
Redactie.