^7"-A. IR I
Aanteekeningen op de laatste uitgave der Handleiding ten ge-
bruike bij de uitoefening der militaire rechtspleging door
Mr. W. E. Van der Hout en H. J. Prins.
{Vervolg en slot. Zie de afleveringen Nos 2, 3, 4, 5 en 8).
Artikel 28. A. O. van 1848, N° 4, 14. Onderofficieren en korpo
raals van de detachementen op de buitenbezittingen, die tot degrada
tie worden voorgedragen, hetzij door den kompagnies- of detachements-
dan wel door den garnizoenskommandant [wanneer de beide eersten geen
officier zijn] moeten, gelijktijdig met de voordracht, naar den staf van het
korps worden gezonden, voor zooveel de Infanterie betreft, en aan den
kommandant der kompagnie of den chef van het gedeelte van het korps
in het etablissement, ingeval de onderofficier of korporaal tot een ander
wapen behoort. Door dezen maatregel zal voorkomen worden, dat een
den graad onwaardig persoon een geruimen tijd in functie blijft; terwijl
vermeden wordt, dat hij op den post blijft, waar hij als gegradueerde
heeft gediend. De kommandanten der Artillerie, Kavallerie en Genie op
de buitenbezittingen zullen den tot degradatie voorgestelden persoon slechts
dan naar den staf van het korps zenden, wanneer er geene gelegenheid
bestaat om hem, na zijne degradatie, eene andere garnizoensplaats aan
te wijzen dan die, waar hij gegradueerd gediend heeft, of wel wanneer
overwegende redenen zijne opzending noodzakelijk maken.
A. O. van 1878, N° 41. Bij detachementen, welke door een adjudant
onderofficier worden gekommandeerd en tot de bezetting behooren van
garnizoenen of posten, waar een officier militaire kommandant is, zal de
straf van plaatsing in de 2° klasse van militaire discipline aan dezen en
niet aan den detachementskommandant worden opgedragen. Bij detache
menten, welke door een militair beneden den graad van adjudant-onder
officier worden gekommandeerd en tot de bezetting behooren van garni
zoenen of posten, waar een officier militaire kommandant is, zullen alle
straffen door genoemden officier en niet door den kommandant van het
detachement worden opgelegd. In garnizoenen, waar een onderofficier
35