95
standen kan aannemen, neemt deze de geheelc achterwaartsehe werking-
dor ontbrandende buskruitlading in zich open is voor den vijand het
geheelo kanon en de affuitageop de monding van het kanon riagemas
keerd. Het affuit is aanmerkelijk lichter en eenvoudiger dan de gewone
affuiten, daar het alleen dient tot het geven van de noodige elevatie en
zijwaartsche richting. Yoor het laatste rust het achter op en draait het
aan een in den grondlaag geplaatsten spil. Om nu het stuk zooveel
mogelijk tegen het vijandelijk vuur te beveiligenmaakte Krupp de front
pantsering wel zeer dik, 50 cM. en meer, maar gebruikte hij, in plaats
van het brosse gietijzer, het zachte, doch taaie smeedijzer, terwijl de
onderscheidene deelen niet door schroeven en bouten, maar door zwa
luwstaarten en wiggen waren verbonden. Yoorts is het schietgat nog,
wanneer niet geschoten wordt, aan het vijandelijk oog en vuur door eene
zwareaan kettingen hangendestalen blinde onttrokken.
De proeven van 1877 en 1878, namelijk het schieten uit den vuurmond
en het vuren er op met neergelaten en opgehaalde blinde, hebben doen
zien, dat ongetwijfeld de pantserkanonnen eene groote toekomst hebben.
Het laden en richten (dat door één persoon geschiedtdieop het kanon
als op een paard gezeten, over den kop viziert, geheel gedekt is, ja zelfs
bij het vuren er op kan blijven zitten) gaat zóó snel, dat één dergelijk
kanon in uitwerking kan gelijk gesteld worden met 6 vuurmonden van
hetzelfde kaliberdie achter borstweringen staan. De vele voordeelen van
het gebruik er van in vestingen, waarvoor men slechts middelmatig
zwaar geschut, belegeringsartillerie, kan verwachten, kunnen aan geen
twijfel meer onderhevig zijn. Yooralsnog blijft de vraag nog over in
hoever de toepassing van dezen nieuwen geschutstand is overeen te brengen
met de groote kosten, er aan verbonden, en of Krupp er in slagen zal
die vuurmonden ook voor de kustversterkingen geschikt te maken.
J. L. Swart,
le Luitenant der Artillerie
Zie omtrent pantser-schepen„Mededeelingen betreffende het zeewezen," deel
XX, en „Memoriaal van de Marine," afl. 4. Redactie.
Proeven ter verhooging van de ballistische uitwerking van
het infanteriegeiceer, klein kaliber.
In de „Yerslagen, rapporten en memoriën omtrent militaire onderwer
pen, uitgegeven door fret departement van Oorlog", in NederlandIX»
deel, 1879, vindt men het verslag omtrent de uitkomsten der proeven