later uitgewerkt door den Generaal Van der Wijckzijn de grond slagen geworden van liet verdedigingsstelsel, waaraan beider naam is verbonden." Om aan te toonendat deze (zeer beknopte) geschie denis van de wording van het defensiestelsel de noodige mate van juistheid mist, zullen wij trachten, hier eene andere te gevenDaar wij niet de beschikking over de archieven hebben, moet ook de onze wel oppervlakkig zijn, en kunnen wij niet tot bijzonderheden afdalenmaar onjuist zal zij, gelooven wijniet mogen heeten. Yan af onze eerste vestiging in den Indischen archipel moest men reeds bedacht zijn op middelenom onze bezittingen tegen aanvallen van Europeesche mogendheden te beschermen. Dit was een natuur lijk gevolg van de wijze, waarop onze vestiging plaats had; immers deze kon alleen duurzaam zijnindien het ons gelukteonze mede dingers, vooral de Spanjaarden en Portugeezen en de Engelschen van hier te verjagen. Het lag oorspronkelijk in de richting der Oost-Indisclie Compagnieeene bloote handelspolitiek te volgen en alleen dan van de wapens gebruik te maken als dat noodig was om de Europeesche mededingers te verslaan en het monopolie te hand haven. In minder dan eene halve eeuw [1602-1648] was het mono polie der Nederlanders in deze gewesten gevestigdtijdens den Mun- sterschen vrede was de toestand der Compagnie allergunstigst. Spanje was geheel uitgeput, Engeland verzwakt door binnenlandsche onlusten. De Compagnie werd echter door de omstandigheden genoodzaakt, aan hare ondernemingen meer en meer een militair karakter te geven; zij maakte veroveringen, oefende souverein gezag uit. Het toeval bracht modedat men zichop Javahet eerst deugdelijk te Batavia vestigde; van daar verspreidde zich van lieverlede het gezag der Compagnie langs het Noorderstrand. Om dit gezag, ook buiten Java te bevestigen werden de factorijen (loge's) herschapen in vestingen, die te gelijkertijd de inboorlingen in bedwang konden houden en de pakhuizen tegen aanvallen van Europeesche mededingers moesten beschermen. Bovendien waren de Nederlanders in het bezit eener groote vlootdie hen het meesterschap ter zee verzekerdede ver dedigingswerken te land waren dus destijds van minder belang te achten. Een muur of walvoorzien van eenige flanken en omgeven door eene smalle gracht, was reeds voldoende tegen strooptochten of

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 12