DE REDUCTIE DER NEDERLANDSCH- INDISCHE CAVALERIE. In het „Koloniaal verslag" over 1879 wordt aangaande dc Ne- derlandsch-Indische Cavalerie het volgende medegedeeld: „Omtrent de reorganisatie van het wapen der Cavalerie zijn onlangs nadere voorstellen van de Indische Regeering ontvangen, waarbij aan de vroeger aanbevolen inkrimping van dat wapen tot twee Eu- ropeesche veldeskadrons wordt vastgehouden, en boven die formatie gerekend wordt op het detachement Cavalerie bij de paardenstoeterij te Malasoro Zuid Celeheswaarvan het inlandsche personeel naar de behoefte aangevuld zou kunnen worden uit dat der bereden Artillerie, terwijl de aanvulling van het kader dan bij het detache ment zelf zou moeten plaats hebben". „Eene beslissing nopens dit voorstel wordt aangehouden, totdat de hooger vermelde geheele herziening der legerformatie tot stand komt. „Inmiddels is de Indische Regeering aangeschreven, om de Cavalerie niet compleet te houden, overeenkomstig de cijfers harer tegenwoor dige formatie, maar hare sterkte geleidelijk te doen dalen tot de voorgestelde formatiecijfers (13 officieren en 386 minderen)" Deze mededeeling maakte op het leger een buitengewoon grooten indruk. Hoewel het toch uit de „Koloniale verslagen" over 1877 en 1878 had vernomen, dat er plannen tot reductie der Cavalerie bij de Regeering in overweging waren, had het in de verste verte niet vermoed, dat die plannen tot uitvoering zouden komen. Yolgens geruchten, die te Batavia in omloop waren, en herhaaldelijk in het „Indisch Militair Tijdschrift" en in couranten waren bevestigd, had immers de Commandant van het leger telkens tegen bedoelde vermin dering geadviseerd, en het Leger vermeende, dat de Regeering nooit, tegen het advies van den Legercommandant in, op het gebied van organisatie eene beslissing zou nemen, die door ieder bevoegd be- 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 137