131 georganiseerd wezen, wanneer liet wapen der Cavalerie werd terug gebracht tot twee eskadrons; want bij die sterkte kan dit wapen onmogelijk zijn, wat liet moet wezenhet oog en het oor .van den opperbevelhebber. Het leger verwachtte dus niet, dat de Regeering in deze zaak, tegen het advies van den Legercommandant in, eene beslissing zou nemen, en dit te minder, daar het vertrouwde, dat de Regeering maatregelen, die de strijdvaardigheid van het leger zouden kunnen verminderen, meer dan eenigen regeeringsmaatregel, zal wikken en wegen. Verkeerde maatregelen, te dien opzichte getroffen, hebben toch schromelijker en onherstelbaarder gevolgen dan die, welke aangaan de andere staatsbelangen worden genomen, daar het niet mogelijk isbedoelde maatregelen aan de praktijk te toetsenten einde ze later overeenkomstig de lessen der ervaring te wijzigen. Op het oogenblik toch, dat hunne deugdelijkheid moet blijken, staat het behoud der Koloniën op het spelen wanneer zij de proef niet doorstaankomen de lessen der ervaring ten beste van hem alleen, die na ons de Koloniën zal bezitten. Wenschelijk zou het daarom zijn, dat bij ingrijpende wijzigingen der legerorganisatiehet verdedigingsplan ter sprake werd gebracht en eerst dan tot wijziging werd overgegaan, wanneer die niet ver lammend werkte op de slagvaardigheid van het leger. Intusschen blijkt uit het „Koloniaal verslag" over 1879, dat het Opperbestuur eene beslissing nopens het voorstel tot reductie der Cavalerie nog zal aanhouden tot de geheele herziening der leger/or- matiewel te onderscheiden van leger organisatietot stand gekomen is. Het is met het oog daarop, dat wij het wenschelijk achten, dat in publieke geschriften de vraag besproken wordtof het terugbrengen van het wapen der Cavalerie tot twee eskadrons al dan niet in het belang van den Staat is. Wij hopen dan ook, dat deze bijdrage door andere bijdragen gevolgd, en daardoor het vraagstuk uit ver schillende oogpunten beschouwd zal worden, opdat zoodoende geen twijfel meer overblijve, aangaande het antwoord, dat men op de hier boven gestelde vraag.geven moet. Zoodoende zal de Regeering, al vorens eene beslissing te nemen, kennis kunnen dragen van alle gevolgen, die daaruit voortvloeien.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 139