134
doen gelden. Zoolang de zetel van bestuur nog niet naar Midden
Java is verplaatst, zal dit, in geval van oorlog, onvermijdelijk da
delijk moeten geschieden. Daargelaten nog de bezwarendaaraan
verbonden, zal zulk een overbrengen in oorlogstijd echter lang niet
de voordeelen opleveren, die verbonden zijn aan eene permanente
verplaatsing, welke reeds in tijd van vrede is ten uitvoer gebracht.
De verovering van Batavia schenkt immers in dat geval aan den
vijand nog altijd een te groot voordeel in moreelen zinwijl deze
plaats in de geheele wereld als de hoofdplaats van Nederlandsch-Indie
en de zetel van bestuur bekend is, en de strekking en beteekenis
van eene verplaatsing in tijd van oorlog maar niet zoo aanstonds
begrepen worden. Eene verplaatsing in oorlogstijd zal dus altijd
tengevolge hebbendat het in bezit nemen van Batavia den vijand
een groot moreel succes verschaft in de oogen van Europa en van
het Javaansche volk.
Kwamen wij in het voorgaande tot de gevolgtrekkingdat do
hoofdmacht van het leger in Midden Java moet samengetrokken wor
den de noodzakelijkheid daartoe sluit nog niet indat wij West- en
Oost Java geheel van troepen kunnen ontblooten. Deden wij dit,
dan zou toch de vijand, alvorens in Midden Java voet aan wal te
zetten, zich zonder slag of stoot van Batavia en Soerabaja kunnen
meester maken, en zich door het bezit van deze twee groote koop
steden niet alleen de hulpbronnen verzekeren, die zij ten allen tijde
aanbieden, maar tevens zoowel in het oog van Europa als van do
inlandsche bevolking een groot moreel succes behaleneen succes,
dat te grooter zal zijnzoo lang Batavia nog niet tot den rang van
gewone koopstad is teruggebracht.
Oast- en West Java moeten dus verdedigd worden. Daar het
echter noodzakelijk is, de hoofdmacht van het leger in Midden Java
samen te trekkenkunnen wij voor bedoelde verdediging slechts
weinig troepen bestemmen. Dit is echter geen bezwaar, als wij bij het
regelen dier verdediging geen grootscher doel najagen, dan onver
mijdelijk verkregen moet worden.
Het doel moet zijn, den vijand te dwingenmet eene vrij aanzienlijke
macht op te treden, wanneer hij, alvorens Midden Java binnen
te rukken, Oost- of West Java wil veroveren. Immers, zal de