135 vijand dan, of zich met zijne geheele macht naar Oost- of West Java moeten wenden, of een aanzienlijk korps van zijn hoofdleger moeten detacheeren. In beide gevallen zal zijn hoofdleger bij den strijd in Midden Javadie de beslissing moet aanbrengen, aanmerkelijk verzwakt zijn, een nadeel, dat hij voorzeker moet vermijden. Eene verdediging van Batavia en Soerabajadie zoo geregeld is, dat de vijand reeds over eene betrekkelijk groote macht moet be schikken, om bij een aanval te kunnen slagen, zal dan ook naar onze meening reeds voldoende zijn, om hem van dien aanval te doen afzien. Daar het echter onmogelijk is, om, zoolang West- en Oost Java niet door spoorwegen met Midden Java verbonden zijn, de bij Batavia en Soerabaja opgestelde troepen voor den beslissenden strijd in Midden Java bij het hoofdleger aan te trekken, zoo valt het te betwijfelen, of in de eerstvolgende jaren een Legercomman dant, bij de geringe sterkte van ons leger, wel zou mogen overgaan tot het verdeelen der strjjdkrachten over het geheele eiland, al is die opperofficier ook ten volste overtuigd van de voordeelen eener verdediging van Oost- en West Java. Na het voltooien van bedoelde spoorwegen echter .vervalt genoemd bezwaar gedeeltelijk, en erlangen de motieven, aangevoerd als be wijs voor de noodzakelijkheid, om West- en Oost Java te verdedigen, meerdere kracht. Tot het optreden te Batavia en Soerabajain den geest als hier boven gezegd is, zal het, gelooven wij, voldoende zijn, bij beide plaatsen eene goede strandverdediging voor te bereiden. In de na bijheid van beide plaatsen toch is het strand hetzij moerasachtig en met rizophoren bedekt, dan wel met vischvijvers bezet, zoodat de vijand in hoofdzaak van de accessen, dat zijn de land- en waterwe gen, die door dit terrein voeren, gebruik zal moeten maken. Door het vuur nu van stormvrije batterijen, die achter dit weinig begaan bare terrein zijn opgeworpen, die van remises, schuilplaatsen en munitiemagazijntjes zijn voorzien, en die de bovenbedoelde accessen, en zooveel mogelijk ook het tusschengelegen terrein bestrijken, kan men, gelooven wij, in verband met- de beschikbare troepen, eene lan ding des vijands in de nabijheid van genoemde plaatsen met hoop op goed gevolg tegengaan, en in alle gevallen aan het doordringen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 143