140
dienen. De „Zeemansgids voor de vaarwaters rondom het eiland Java
door Melvill van Carnbêe maakt melding van de volgende reeden en
ankerplaatsen: de reede van Ter/aleene geschikte ankerplaats bij
Oedjong Pamalangeene geschikte ankerplaats ruim 1| geogr. mijl
meer oostwaarts voor de rivier Oeloedjamide reede van Pekalongande
reede van Samarangde reede van Djaparaen de reede van Rembang
terwijl, volgens het werk van Velth over Java, ook bij Toeban eene
goede ankerplaats in vijf vaam water gevonden wordt. Volgens den
reeds genoemden „Zeemansgids" nemen de diepten langs de kust naar
buiten veelal geregeld toe, en kan de kust op de meeste plaatsen
op 8, 7, 6 en 5 vademen moddergrond genaderd worden. Op ver
schillende punten steken echter uitgestrekte banken van de kust af,
en vindt men bovendien nog eenige gevaarlijke klippen en ondiepten
op eenigen afstand van de kust. In algemeenen zin gesprokenkan een
vijand dan ook op bijna de geheele noordkust troepen aan wal zet
ten, doch zijn de bekende ankerplaatsen en reeden daartoe te ver
kiezen, en verdienen van deze weer die de voorkeur, waar havens
voor met diepgaande vaartuigen gevonden worden, en van waar
goede wegen naar het binnenland uitgaan.
De meest bruikbare landingsplaatsen vindt men dan ook te Tegal
Pekalongan, Samarang, Djapara en Rembang. In den oostmoeson
is de zee aan deze kust gewoonlijk kalm, en kunnen de sloepen van tenan-
ker liggende schepen bijna altijd aan den wal komenin den westmoeson
18 dit laatste bij eenigszins hevigen wind onmogelijk, soms zelfs ge
durende eenige op een volgende dagen. Eene landing is dan ook het
best uitvoerbaar gedurende den oostmoeson, en zal dan ook wel in
geen ander jaargetijde ondernomen worden, daar gedurende den re
gentijd ook de operatiën te land met groote bezwaren gepaard gaan.
De zuidkust ten oosten van de Kali Oepak wordt in de residentiën
Djokdjakarta, Soerakarta en Madioen gevormd door het Zuidergebergte,
dat bijna overal ter hoogte van 30 a 60 M. a pic uit zee opstijgt.
Ten westen van de Kali Oepak vindt men daarentegen tot Tjilatjap,
een vlak, zandig strand, dat door eene lage, slechts op enkele punten
8 M. hooge duinreeks begrensd, en alleen over eene uitgestrektheid
van 9 KM. afgebroken wordt door het Karang Bolonggebergte
De deining van den geheelen Indischen Oceaan staat het geheele jaar