142 hoog is, daarbij van het westen naar het oosten in hoogte toenemende. In noordelijke richting zendt deze bergketen uitloopers uit, dieevenwijdig aan elkander voortloopende, eerst niet veel in hoogte afnemen, doch vervol gens vrij snel afdalen naar de vlakten van Tegal, Pekalongan en Sama- rang, vlakten, die met uitzondering van het gedeelte tusschen Kali Scan- bong en Kali Koe towaar de heuvelachtige voet van den Goenoeng Pra- hoe zich tot aan zee uitstrekt, met sawahs en suikerrietvelden bedekt zijn. Oostwaarts van den Slamat daalt deze bergketen aan de zuidzijde naar de vallei van de Kali Serajoehetzij terrasvormig, zooals bij het hoogland van Karang Kobar en Patoerdan wel vrij gelijkmatig, zooals die bij den Slamat het geval is. Westwaarts van laatstgenoemden vulkaan, waar het in beschouwing genomen gedeelte van den centraalke- ten het laagst is, valt deze met eenige evenwijdige ruggen, die steeds lager worden, af naar de alluviaalvlakte tusschen de Tji Tandoewi en de Kali Serajoe. Ten zuiden van de Serajoe rijst het Zuid Serajoe- gebergte vrij steil uit het dal van genoemde rivier omhoog, om eveneens van Zuid-Bagelen en Zuid-Banjoemds af te dalen, waar de groote weg Banjoemds-Poencoredjo in hoofdzaak de grens er van bepaalt. Alleen toch in het westelijk gedeelte der residentie Bag den strekken zich de uitloopers van dit gebergte tot ten zuiden van genoemden straatweg uit, om daar ineen te vloeien met die van het Karang Bolonggebergte een berggroep, die zich hier tot in den Indischen Oceaan uitstrekt, en daarbij eenigszins voorbij het vlakke gedeelte der kust uitspringt. Begrepen tusschen het gedeelte der Kali Serajoedat van Patikradja in zuidelijke richting stroomt, en de vallei der Bogowontoheeft het Zuid-Serajoegebergtewat zijne voornaamste toppen en ruggen aan gaat, eene hoogte van 350 tot 728 M. Het Serajoedal daalt van Wonosobo [-f- 799 M.] tot Adiredjo [naar schatting -f 10 M.] vrij gelijkmatig, en is bedekt met sawahvelden, die ten zuiden van den Slamat gedeeltelijk voor den teelt van suikerriet gebruikt worden. Het gedeelte der residentiën Ban- joemds en Bagelen, dat ingesloten wordt door de zee en het Zuid- Serajoegebergte, is laag gelegen, en bedekt met sawahs, die hiel en daar rawahs insluiten, waarin kiemen ontwikkeld worden voor de kooitsen, die de geheele zuidkust van Bagelen en Banjoemds teisteren. Yan den Goenong Prahoezelf de noordrand van een ingestorten kra-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 150