145 ia verbinding met de vlakte van Djokjakarta,en door de vallei van de Solorivier met de vlakte van Madioen. Al deze vlakten zijn met sawahs bedekt, die bij afwisseling ook voor den teelt van suikerriet gebezigd worden. De Solorivier stroomt echter, voor zoover zij de verbinding vormt der dalvlakten van Soerakarta en Madioen, door uitgebreide djatibosschen, die den noordelijken voet van den Lawoe en den zuidelijken voet van het Rembangsche grensgebergte bedekken. Het lage kalkgebergtedat aan den oostelijken voet van den Oengaran en van den Merbaboe begint, Soerakarta aan de noord zijde bepaalt, en zich langs de grenzen van RembangMadioen en Kediri voortzet tot in de residentie Soerabaja, waar het nabij de straat van Madoera onder den alluviaal-bodem verdwijntis grooten- deels met bosschen bedekt, en verheft zich juist daar, waar de grenzen van Madioen, Kediri en Rembang samenkomenin den uit- gedoofden vulkaan Goenoeng Randan tot eene hoogte van 900 M. Ten noorden Van deze bergreeks, die met uitzondering van den Goenoeng Pandan 100 tot 150 M. hoog is, ligt eerst de vlakte ten oostenen noordoosten van de stad Samarang, en oostwaarts daarvan de residentie Rembang. In laatstgenoemde residentie loopt noordwaarts van en nagenoeg evenwijdig aan het zooeven genoemde kalkgebergte eene andere ketendie in Djapara aan den rechteroever van den Tangoel angin begint, het dal van de Loeseh aan de noordzijde bepaalt, aan de oostzijde van dit dal door dwarsjukken met het eerstgenoemde kalkgebergte verbonden is, en vervolgens door het noorden van Rem bang en het noordoosten van Soerabaja tot Oedjong Pangkah voortloopt. Ten noorden van het oostelijk deel der residentie Samarang vindt men de noordwaarts in zee vooruitspringende residentie Djaparadie in het noordelijk gedeelte bijna geheel ingenomen wordt door het Moeriagebergtedat in zijne drie voornaamste toppen eene hoogte van 1406, 1517 en 1595 M. bereikt. Dit gebergte strekt zich in het noorden en noordwesten tot aan zee uiten is in het oosten door een 2000 a 3000 M. breede strook sawahs en vischvijvers van zee gescheiden. Tusschen het noordelijk kalkgebergte in Rembang en het Moeriagebergte strekt zich ten zuiden van den weg Djapara Patik eene lage moerasachtige alluviaalvlakte uit. 10

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 153