149 zuiden ontvangt, wordt de richting van haren loop gewijzigd, en breekt zij door het kalkgebergte heen, om het dal te bereiken, dat de beide noordelijke kalkgebergten van Java scheidt. In dit dal wendt zij zich bij Padangan oostwaarts, en doorloopt het oostelijk gedeelte der residentie Rembangom na de vlakte van Sidajoe doorsneden te hebben,' in de straat Madoera uit te monden. De Solorivier heeft op de punten, waar de straatweg Patjitan Soeralcarta Sragen haar snijdtongeveer eene breedte van60 M., ten zuiden van Wonogirivan 75 M. bij de dessa Oetervan 125 M. bij de dessa Batjem; en van 125 M. bij den post Djeroek. De rivier is bij die punten in den drogen moeson doorwaadbaar en heeft van 1 tot 5 M. hooge oevers. Wanneer wij een blik werpen op liet wegennet van Midden Java dan zien wijdat in Kadoehet centrum van het eilanddie wegen van Midden Java samenkomen, welke uit het oogpunt der verde diging van het grootste belang zijn. De groote postweg toch, die langs de noordkust van het eiland loopt, komt, wanneer wij als beginsel aannemeu, dat het hoofdleger zich in het binnenland op stellen, en van daaruit de verdediging voeren moet, niet als opera- tielijn voor dat hoofdleger in aanmerking. Wij zullen dan ook bij de beschrijving van het wegennet, Magelangde hoofdplaats van Kadoeals uitgangspunt nemen. Naar het westen gaan van Kadoe de volgende hoofdwegen uit: 1° de zuidelijke postweg, die van Magelang over Salamanpost Mar onPoerworedjoKeboemen en Boetitoe naar Tjilatjap voert; 2° de groote weg, die van Magelang over SetjangKrangan TemanggoengParakanden zadel tusschen Soembing en Sindoro KretekWonosobo, Bandjar Negara en Banjoemds naar Boen loe aan den sub 1 genoemden weg leidt; 3° een moeilijke bergweg, die van Parakan over AdiredjoDjom- bret en Tambi naar het plateau van Diëngen van daar door de hooglanden van Batoer en Karang Kobar naar Bandjar Negara voert. Westwaarts van Kadoe zijn de sub 1 en 2 genoemde wegen van elkander gescheiden door het Zuid Serajoegebergte. De twee voor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 157