7 de vroeger aangelegde kustbatterij bestond niet meer. Daarentegen had men er omstreeks 1804 eene uitgebreide linie tot strand verde diging aangelegd; deze strekte zich van de westzijde der Samarang- sche tot aan de oostzijde der Torbaja-rivier uit. Achter deze linie bevond zich nog, tusschen de beide rivieren, een bedekte communi- catieweg met een paar redans; midden achter dien weg werd een groot retranchement opgeworpen, benevens een paar batterijen, die de naar het strand voerende wegen bestreken. Tot verdediging van het oostelijk acces werd bij Kali Gaweh een hoornwerk, en daar voor, meer westwaarts, bij Tawang Trasi aan de Boeloe-rivier eene batterij aangelegd. De werken bij Soerabaja waren niet bestemd tot wering van een buitenlandschen vijand, behalve het fort bij Sembilangan op Madoera dit moest den toegang tot de straat afsluiten, maar had in 1807 reeds zijne onwaarde bewezen, daar het toen het binnenzeilen der Engelsche vloot niet beletten kon. In het binnenland van Java was geene enkele versterkte positie, geschikt ter verdediging tegen een E uropceschen vijand; zelfs moest de gemeenschap geheel over zee plaats vinden, omdat men op het eiland geene bruikbare wegen had. Het eerste, wat Daendels te doen had, was het verbeteren der communicatiënde door hem aangelegde groote postweg van Anjer naar Bavjoewangi bewijst wat met een krachtigen wil in korten tijd kan worden gewrocht Met dezen weg was de grondslag gelegd tot eene mogelijke verdediging van het eiland. De krijgsmacht werd door Daendels belangrijk versterkt en voor Java op circa 16000 man gebracht. Hij begreep echter, dat dit leger, meerendeels ongeoefende Inlandsche soldaten tellende, te zwak was om het over het eiland te verdeelenhij zocht daarom naar eene stelling, waar hij met zijne vereenigde troepen den vijand zou kun nen afwachten. Die stelling kon nergens anders dan in de nabijheid van Batavia gezocht worden, vooral omdat het betaalmiddel, bijna uitsluitend papierengeld, in de binnenlanden niet gangbaar was en alleen te Batavia nog waarde had. Daarom werd de keus gevestigd op een terrein nabij Meester-Cornelis. Hoe onze stelling daar is in-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 15