155
beginnen. Twee goed bruikbare wegen staan hem daarbij ter dienste, n.
1. de weg Samarang Bawenen de weg Samarang Bodja Bedjen-
Tjandirototerwijl de weg Bodja Soemowono Kaloran een zeer
moeilijke bergweg (zie Junghuhnen daardoor voor den marsch
van groote troepenafdeelingen minder geschikt is.
Welk operatieplan de vijand nu moge volgenof hij langs beide of
langs één der eerstgenoemde wegen oprukt, en in het eerste ge
val zijn leger in gelijke of ongelijke deelen splitst, steeds zal de
verdediger geheel op de hoogte moeten zijn van de operatiën des
aanvallers. Dit laatste nu is alleen mogelijk, wanneer de verdediger
kan beschikken over een goed korps Cavalerie, dat volkomen te
huis is op het terrein, waarop het moet ageeren, en genoegzaam
vertrouwd is met de taal van het land, om ook van de bewoners
inlichtingen en hulp te verkrijgen.
Bij voorkeur in de flank en zelfs in den rug van den vijand op
tredende, zal zulk eene Cavalerie, van binnenwegen gebruik ma
kende, in staat zijn, hare verkenningen naar eisch te volbrengen.
Wij achten het overbodig, zelfs tegenover niet-militaken, hier nog
aan te toonen, dat ook in bergterrein, de Cavalerie voor die ver-
kenningsdienst geschikt, of beter, dat alleen zij daartoe bruikbaar is.
De oorlogen, in 1866 en 1870 in Europa gevoerd, hebben ook
hen daarvan overtuigd. Die oorlogen toch zijn in honderden ge
schriften beschreven, en de taak, die daarbij de Cavalerie vervulde
of had moeten vervullen, is daarin geenszins stiefmoederlijk behan
deld, terwijl zelfs zij, die er tegen opzagen, andere lectuur ter hand
te nemen dan de dagbladen, in 1870 de Pruisische Ulanen bij
hunne verkenningen in het gebergte hebben kunnen volgen.
Noodiger achten wij het dan ook hen, die Java nooit bezochten, met
een enkel woord te wijzen op de gesteldheid der Indische terrei
nen, waarvan hier sprake is. Nog velen in Nederland roepen zich,
bij de. woorden Indische terreinen" en „tropische plantengroei", land
streken voor den geest, waar oorspronkelijke wouden, zooals Cha
teaubriand die in zijn Atala schildert, slechts afgewisseld worden
door sawahvlakten, waarin smalle galangans de eenige verbindingen
uitmaken tusschen verspreid liggende dessa's. Zij nu zouden op
grond van de onbegaanbaarheid van zulke terreinen vermeenen,